Misdaad en straf
Australische semi-autobiografische roman over een ontsnapte gevangene in India.
Er zullen weinig schrijvers zijn die zich kunnen bogen op een zo woelig verleden als dat van de Australische schrijver Gregory David Roberts (1952), een pseudoniem voor Gregory John Peter Smith. Meerdere malen verslaafd geweest aan de heroïne en weer afgekickt, meerdere malen gevangen gezeten en weer ontsnapt, roofovervallen gepleegd, een aantal jaren voor een maffiaorganisatie gewerkt, wapens gesmokkeld naar Afghanistan. Daarentegen heeft hij ook een kleine kliniek gerund met gratis medische hulp in een sloppenwijk van Bombay, heeft hij gefigureerd in enige Bollywood films en een agentschap voor figuranten opgezet in Bombay. En tenslotte ook nog een bestseller geschreven, die zal worden verfilmd door Warner Bros met in de hoofdrol niemand minder dan Johnny Depp als de alter ego van Roberts.
Er is geen land in de wereld dat zo beeldend wordt beschreven in romans als India. Of het nu door een Indiase schrijver wordt geschreven zoals Vikram Chandra in Godenspelen, of door een buitenlander zoals Rudyard Kipling in Kim, het straatleven, het stof en de kleuren spatten van de bladzijdes. Bij Shantaram is het niet anders. Het is een boek met vooral één grote passie: de grote liefde voor India en vooral voor Bombay. Het boek munt uit in kleurrijke beschrijvingen over het woelige leven in deze miljoenenstad. Roberts weet feilloos de stemmingen van de stad aan te geven, zijn stank en geuren, met stof gevulde straten en verkeersopstoppingen, leven in wankele sloppenwijken, paan spuwende mensen, medicijn-rovende melaatsen, staande heiligen, filosofische maffiabazen.
Shantaram is een ode op India. Maar er is ook de andere helft van het verhaal, het semi-autobiografische gedeelte over een ontsnapte gevangene die een nieuw leven begint in Bombay. Zelfs met een vals paspoort en een nieuwe naam voelt de hoofdpersoon Jack Lindsay, afgekort tot Lin, zich nooit helemaal veilig. Zijn criminele verleden waarin hij mensen leed heeft aangedaan en het leed dat hem is aangedaan in de gevangenis, blijft altijd in zijn gedachten terugkomen. Dit is de dikke, rode lijn die pagina voor pagina door het boek kruipt: de lijn over goed en kwaad, over misdaad en straf, over spijt hebben en vergeven.
Het lijkt er even op dat de ontsnapte roofovervaller uit Australië van meest gezochte boef verandert in een Indiase heilige. Maar ook hier lijkt geldtekort weer de smoes om het misdaadpad op te gaan. Van een ontsnapte gevangene wordt Lin tot een blank lid van een grote Bombayse maffiabende. Lin zelf heeft nog nooit een persoon gedood en de maffiabende wil alleen in geld, vervalste paspoorten en wapens handelen en zich niet branden aan drugs- of prostitutiegeld. Dat kunnen allemaal wel nobele gedachten zijn, maar een feit is dat de alter ego van Roberts gewoon zijn misdadigerspad voortzet in India.
Shantaram zit ergens tussen een avonturenroman over Robin Hood en een biografisch relaas Mijn leven met de maffia. Lin fungeerde als een soort Robin Hood voor zijn vrienden uit de sloppenwijk en zijn vrienden in stamkroeg Leopold. Hij was nooit te beroerd om zijn vrienden uit de problemen te helpen, of het nu was om twee berendompteurs op het politiebureau te helpen, of meegaan naar een deal waar iemand niet alleen heen durfde. Daarnaast geeft Shantaram een intrigerend relaas over maffiabendes in Bombay.
Een ander opmerkelijk gegeven van de roman is de hartstocht die Lin voor zoveel mensen voelt. Allereerst is er de breed lachende gids Prabaker, voor wie Lin onmiddellijke sympathie opvat. Hij zal later door Prabakers ouders als een zoon worden ontvangen en van hen de Indiase naam ‘Shantaram’ krijgen, wat ironisch genoeg betekent: man van vrede. Dan is er zijn vader-zoon verhouding met maffiabaas Abdel Khader Khan. Van hem leert Lin filosofische grondslagen, niet alleen over de misdaad, maar ook over het leven.
Tenslotte is er ook nog de echte liefde. Lin wordt vrijwel bij de eerste ontmoeting met Karla verliefd op haar. Alleen is Karla een heel mysterieuze dame. Lin komt er maar niet achter waar ze zich mee bezighoudt en Karla is ook al niet makkelijk in liefde geven. Karla is de vrouw die ondanks dat ze niet altijd in Bombay is, toch altijd aanwezig blijft in het verhaal.
Wanneer je het verhaal zou samenvatten, zou er een spannende avonturenthriller in zitten. Maar omdat Roberts zoveel gevoel in zijn boek legt, wordt de thrillerlijn ietwat ondergesneeuwd door de zielenroerselen van een ontsnapte gevangene. Wat wel maakt dat dit een verhaal is dat je meteen aangrijpt. Zeker wanneer je weet dat vele feiten autobiografisch zijn. Shantaram kent net als India vele uitersten: spannend en bewogen, actiegericht en filosofisch, diep treurig en heel humorvol.
Net zoals je India moet ondergaan, moet je in feite ook Shantaram ondergaan. De bijna 1000 pagina’s nodigen uit tot een kleurrijke reis naar de ziel van een man die zijn leven probeert te beteren in een land waar zelfs de armste mensen je glimlachend in hun armen nemen.
Gregory David Roberts – Shantaram (Shantaram, vert. Auke Leistra), De Bezige Bij, 2007
Leestips
Over de Indiase misdaadwereld:
Deepti Kapoor – Tijd van zonde
Vikram Chandra – Godenspelen
Tarun J. Tepal – India. Het leven van mijn moordenaars
Aravind Adiga – De witte tijger
Aanklachten tegen India:
Arundhati Roy – Het ministerie van opperst geluk
Manu Joseph – Miss Laila, gewapend en gevaarlijk
Een ander boek uit de gevangenis:
Nico Walker – Cherry