Goudkoorts Nieuw-Zeelandse roman over een mysterie in een goudzoekerstadje. Stel: je wilt een roman schrijven, je wilt dat het verhaal speelt in het land waar je woont (de schrijfster is geboren in Canada), misschien wel in een streek waar vroeger naar goud werd gezocht, maar je weet het verhaal nog niet. Je onderzoekt de stellaire en planetaire posities in het verleden en opeens stuit je op een jaar dat je interessant lijkt: 1866, waarin drie planeten in boogschutter staan.
Twaalf mannen geef je een teken van de dierenriem, de mensen die de sterrenbeelden beïnvloeden krijgen een planeet en zo vloeit er een verhaal uit je pen, met kleurrijke personages, die allen meewerken aan het ontstaan en in stand houden van een mysterie dat draait rond de dood van een goudgraver, de verdwijning van een rijke gouddelver en de bijna-dood van een plaatselijke dame van plezier.
Het is een haast Victoriaanse roman geworden, waarin astrologie weliswaar de hoofdstukken bepaalt, maar waar je zonder enige astrologische kennis al op het puntje van je stoel zit, omdat je zo benieuwd bent naar wat er allemaal is gebeurd en wat jenog staat te wachten. Op 27 januari 1866 arriveert Walter Moody in het goudmijnstadje Hokitika, aan de westkust op het zuidereiland van Nieuw-Zeeland. Hij loopt het eerste het beste hotel binnen (geenszins een luxe etablissement), en treft er ’s avonds in de rookkamer een bont gezelschap van heerschappen, die daar duidelijk iets aan het bekonkelen zijn.
De twaalf mannen – van een bankklerk, theateruitbater, hoteleigenaar, goudsmelter tot een Chinese eigenaar van een opiumkit – hebben een geheime bijeenkomst omdat hun namen op het spel staan, dankzij de moord op kluizenaar Crosby Wells (wiens verrassende en bijna al verdeelde erfenis plotseling wordt opgeëist door zijn weduwe), de mysterieuze verdwijning van een geliefde en rijke goudzoeker en de zogenaamde poging tot zelfmoord van het populairste meisje van plezier van Hokitika.
En zo duiken we een poel van verhalen in, van gebeurtenissen en halve waarheden, waarin mensen liegen en bekennen, stelen en bedriegen en niemand het achterste van zijn tong laat zien. Waarin gemerkte goudstaven, vijf jurken zwaar van verborgen goud in de naden en een boot met een dubieuze kapitein een belangrijke rol spelen en het snel rijk worden de drijfveer is van de meeste mensen die dit kleine, modderige stadje bewonen (in 1866 het stadje met de meeste inwoners van Nieuw-Zeeland).
De toen 28-jarige Eleanor Catton kreeg in 2013 voor dit meesterstuk de prestigieuze Engelse Man Booker Prize. Ze was de jongste winnaar ooit en ze was de tweede Nieuw-Zeelandse auteur die deze prijs ontving (Keri Hulme kreeg de prijs in 1984 voor haar magistrale roman Kerewin). Het is inderdaad al een prestatie om over de 800 pagina’s lang een lezer te weten boeien, maar het is ook een kunst om een zo zorgvuldig gepresenteerde roman te schrijven, waarin de twaalf hoofdstukken ritmisch in lengte aflopen, de personages en gebeurtenissen verbonden zijn aan stellaire en planetaire stelsels en waarin op originele wijze aan het einde van het volumineuze boek de lezer beloond wordt met de onthulling van de mysteries.
Toen ik aan het boek begon, had ik geen idee in welk literair avontuur ik me stortte. Het behoorlijk Victoriaanse begin kreeg al snel onorthodoxe randjes: je hebt geen idee welk personage je in deze roman kunt vertrouwen. De omgeving is Dickiaans – donker en modderachtig – maar al snel maakt het verhaal rare kronkels, want in Hokitika leeft men niet alleen bijna zedenloos, maar ook gewetenloos en oneerlijk en lijkt men zich niet te storen aan wie de waarheid predikt. Deze onbetrouwbaarheid van de vertellers is de grote verrassing van dit prachtig geschreven verhaal en kan zich makkelijk meten aan het grote succes van de in de jaren ’80 verschenen Nieuw-Zeelandse roman Kerewin van Keri Hulme.
Eleanor Catton – Al wat schittert (The luminaries, vert. Gerda Baardman en Jan de Nijs), Ambo/Anthos 2014
Van dezelfde schrijfster:
Amerika en de goudkoorts:
C. Pam Zhang – Al wat goud is op de bergen
Isabel Allende – Fortuna’s dochter
Patrick deWitt – De gebroeders Sisters
Amerika en de bizonjacht:
John Williams – Butcher’s crossing
Romans met Victoriaanse invloed:
Susanna Clarke – Jonathan Strange & Mr Norrell
Michel Faber – Lelieblank, scharlakenrood
Een bestseller uit Nieuw-Zeeland:
Keri Hulme – Kerewin