Een Westerse held in China
Canadese roman over Norman Bethune, een arts die in China een volksheld werd.
Norman Bethune (1890 – 1939) was een Canadese arts, die vooral in buitenlandse oorlogen zijn strepen haalde. Hij werkte in Frankrijk tijdens de Eerste Wereldoorlog bij de veldziekenhuizen. Tijdens de Spaanse burgeroorlog werkte hij voor de Republikeinen en introduceerde hij mobiele bloedbanken. Tenslotte ging hij naar China, waar hij als arts werkte voor het Achtste leger van de Communistische Partij van Mao Zedong. Hij zette medische scholen op, schreef handwerkboeken voor verplegers en reisde mee aan het front om zoveel mogelijk levens te redden.
Norman Bethune was een communist, maar wordt nu vooral gezien als een humanist, omdat hij zich inzette voor de armen en de soldaten. Toch werd hij pas laat in Canada erkend als een grote Canadese man. Terwijl in China al meerdere beelden van hem waren verrezen en Mao Zedong een memorial voor Bethune had geschreven, steggelde men in Canada nog over het feit of Bethune wel verdienstelijk genoeg was geweest voor Canada zelf. In 1972, 33 jaar na zijn dood, werd Norman Bethune in Canada tenslotte ook erkend als een held.
De schrijver Dennis Bock, zoon van Duitse immigranten in Canada, laat zich vooral inspireren door de geschiedenis. Zijn eerste boek Olympia (1998) is vol verhalen over een uit Duitsland geëmigreerde familie, die getekend is door de Tweede Wereldoorlog. Zijn tweede roman in 2001 The ash garden draait rond een wetenschapper die aan de atoombom werkte en een slachtoffer van de Hiroshima-atoombom werd.
Terwijl in zijn eerste twee boeken historische gebeurtenissen likten aan Bock’s fictieve personages, heeft hij in zijn derde boek de historische dokter Norman Bethune in het middelpunt gezet. Voor het verhaal liet hij zich deels leiden door biografische gegevens van Bethune, op zoek naar de motieven van een man die zich inzette voor de mensheid. Maar voor Bock was dat niet genoeg.
Hij raakte geïntrigeerd door het feit dat Bethune in Madrid een raadselachtige verhouding had met een vrouw van wie niet zeker was welke partij ze aanhing. Voor zijn verhaal heeft hij daarom Bethunes dochter gecreëerd (In werkelijkheid is daar niets over bekend) en kreeg het verhaal zo zijn vorm.
De dochter van de communist wordt gevormd door brieven, die vaak meer weg hebben van een dagboek, geschreven door Bethune aan zijn dochter, die hij nooit heeft gezien, maar wel hoopt ooit in zijn armen te kunnen sluiten. Hierin vertelt hij zijn dochter over wie hij is, over wat hij met haar moeder had en probeert hij uit te leggen waarom hij nu zo heel ver weg zit, zonder zijn kind ooit gezien te hebben.
In deze vorm heeft Bock alle vrijheid om Bethune te kneden zoals hij zelf wilt, zonder de geschiedenis geweld aan te doen. Bethune wordt nu wel als een held gezien, maar hij had ook egoïstische trekjes. Zoals zijn fanatisme om voor de goeie zaak te werken. Hiervoor verraadde hij bijvoorbeeld een collega, die dreigde de zaak geen goed te doen. Door Bethunes grote inzet raakte hij ook vereenzaamd.
Bethune doet verslag over de verschrikkingen van de oorlogen die hij meemaakte, maar hoe meer hij schrijft en beseft dat hij misschien nooit meer zijn dochter in zijn armen zal sluiten, hoe eerlijker hij wordt en hoe duidelijker we een beeld krijgen van een man die ondanks de moeilijke omstandigheden die hij telkens opzocht, ook ijdel en medogenloos kon zijn.
Zo heeft Dennis Bock deze vooral in China legendarische figuur een menselijk gezicht gegeven. De brieven die Bethune schrijft vanuit China, dat onder de voet wordt gelopen door de Japanners, zijn emotioneel, maar ook onderhoudend. Ze nemen je mee van oorlog naar oorlog, van de loopgraven uit de Eerste Wereldoorlog, naar het verscheurde Spanje en tenslotte naar China, waar het Chinese volk keer op keer moet vluchten en waar burgers en soldaten de wrede dood vonden door kogels en bajonetten, maar ook door uitputting, honger en kou.
Een aangrijpend epos over de verschrikkingen van oorlog, een beetje over de geschiedenis van de veldziekenhuizen, maar vooral het verhaal over een held die moest worstelen met zijn eigen verleden.
Dennis Bock – De dochter van de communist (The Communist’s Daughter, vert. Marijke Versluys), Anthos/Manteau, 2007
Leestips
Over een andere communistendochter:
Christos Chomenidis – Niki
Frontoorlog verhalen:
Erich Marie Remarque – Van het westelijk front niets nieuws
Over de Spaanse burgeroorlog:
Jaume Cabré – De stemmen van de Pamano
Javier Cercas – Soldaten van Salamis
Mercè Rodoreda – Colometa
Juan Eslava Galán – De muilezel
Tariq Goddard – Hommage aan een vuurpeloton
Over de Chinees-Japanse oorlog:
J.G. Ballard – Het keizerrijk van de zon
Ye Zhaoyan – Nanjing 1937, een liefdesgeschiedenis