Plat Amerikaans
Vrolijke satire op Amerikaanse media die een jongetje stalkt die verdacht wordt van bloedbad.
De 15-jarige Vernon Little zit op het politiebureau van Martirio (Texas) en wordt gevraagd of hij in de klas was toen het gebeurde, maar Vernon zegt dat hij toen achter het gymlokaal was. Hij heeft getuigen, zoals leraar Nuttle. Hij mag naar huis met Pam, zijn moeders vriendin, die vindt dat hij wat moet eten. Bij Vernons huis op Eulah Drive heeft een enorme persmeute zich verzameld om over het drama te reporteren. Vernon zit in de zenuwen, want hij heeft nog wat drugs die hij moet bewaren en hij is bang dat de politie die bij huiszoeking vindt. Wanneer hij de volgende dag deze drugs wil begraven en er juist een zoektocht begint, is het een reporter die hem redt, maar die ook de drugs ziet. Zo begint Vernons lange tocht om niet gepakt te worden voor een misdaad die hij niet begaan heeft.
Het verhaal is een op een achtbaan gelijkende aaneenschakeling van gebeurtenissen rond het stadje Martirio, ook wel de hoofdstad van de barbecue-sauzen genoemd. De meeste personen zijn Amerikaanse karikaturen, zoals te dikke mensen en te veel op carrière beluste mensen.
De hoofdpersoon en antiheld Vernon God Little is een kleine schelm, die het gehele mediacircus achter zijn broek krijgt na een bloedbad op zijn school. Het kleine stadje bloeit zo op van deze media-aandacht dat er niemand meer is, zelfs Vernon’s moeder niet, die de jonge hoofdpersoon beschermt. Vernon Little ergert zich aan zijn moeder met haar altijd etende vriendinnen die diëten bespreken en zich een ongeluk roddelen, en aan zijn buren zoals mevrouw Porter en haar hond Kurt, Koning van het Blaf-Imperium. Ondertussen mist hij ook zijn vriend Jesus, die dood is. Hij zou zijn onschuld kunnen bewijzen, maar zijn alibi vindt hij zo blamerend dat hij die niet over de lippen kan krijgen. Zo werkt Vernon Little zich steeds verder in de problemen, omdat hij liegt dat het gedrukt staat. Bovendien is hij keer op keer het slachtoffer van mensen die alleen maar denken aan een eigen carrière in de mediawereld.
Het boek neemt duidelijk een loopje met de Nieuws- en TV-wereld. In het land waar acteurs president kunnen worden is alles mogelijk: vanaf de eerste dagen na het drama bevolken reporters het stadje Martirio en uiteindelijk eindigt het stadje door de mediahype met de snelst groeiende economie van Amerika. Het boek besluit het verhaal tenslotte met een soort Big Brother Show rond de doodstraf.
De opbouw van het verhaal is zo pittig dat het boek alleen al daarom een goeie ‘pageturner’ is. De taal van DBC Pierre, die als striptekenaar zijn geld verdiende, is net zo vlot, bovendien bijzonder grappig en gebruikt veel spreektaal.
De schrijver met het pseudoniem DBC Pierre (Dirty But Clean) werd als Peter Finley in Australië geboren, woonde vervolgens in Amerika en Engeland en woont tegenwoordig in Ierland. Het boek werd in Engeland uitgegeven en daar zeer enthousiast ontvangen. DBC Pierre kreeg dan ook de prestigieuze Engelse Booker Prize van 2003, maar de Amerikaanse pers struikelde over de satire en slechts een enkele Amerikaanse criticus met de nodige zelfkritiek kon de humor ervan inzien. De schrijver die zijn drugsverleden niet geheim houdt, net als zijn schulden bij zijn vrienden, kan na dit succes met de afbetaling beginnen.
Ondanks de serieuze achtergrond, die veel weg heeft van de dramatische gebeurtenissen in Colombine (Amerika), waar een scholier een bloedbad aanrichtte onder zijn klasgenoten, is het boek een waar genot om te lezen. Vernon God Little is een zeer geslaagde satire op een wereld die dankzij de media steeds gekker wordt. Voor de fans van John Kennedy Toole en voor een ieder die van een vrolijke noot houdt of zich ergert aan de media.
DBC Pierre – Vernon God Little (Vernon God Little, vert. Dennis Keesmaat) Podium, 2003
Leestips
Van dezelfde schrijver:
Ludmilla’s gebroken Engels
Nog meer vrolijke Amerikaanse boeken:
John Kennedy Toole – Een samenzwering van idioten
Mark Childress – Waanzin in Alabama
Over een schietpartij op een school:
Laura Kasischke – Het leven voor haar ogen
Over een ander mediacircus:
De media op terroristenjacht:
Richard Flanagan – De onbekende terrorist
Paul Mennes – Poes poes poes
Een Ierse comedie met serieuse achtergrond:
Robert McLiam Wilson – Eureka Street