Cyberen in Tokyo
Wervelende Engelse roman over avontuurlijke zoektocht van Japanse jongen naar vader in Tokyo.
Eije Miyake is twintig wanneer hij in Tokyo arriveert. Het is niet zomaar een jongen die naar de grote stad trekt. Eije Miyake is op zoek naar zijn vader, die na zijn geboorte zijn moeder in de steek heeft gelaten. Zijn moeder, die aan alcohol verslaafd is, heeft niet veel bijgedragen aan zijn opvoeding. Die liet ze over aan Eije’s grootmoeder, die hem samen met zijn tweelingzusje Anju op het eiland Yakushima heeft grootgebracht.
Nadat zijn zusje uit zijn leven verdween, besloot Eije op zoek te gaan naar zijn vader in de flitsende miljoenenstad van Tokyo. Hij huurt er een kamertje boven de videotheek ‘Vallende Ster’ van Buntaro, een capsule zoals hij die noemt, die hij deelt met Kat en Kakkerlak. Een aanknopingspunt voor de zoekactie naar zijn vader is diens advocaat Akiko Kato, die op een advocatenbureau werkt in de sjieke kantoortoren PanOpticon. Een ware vesting die je alleen met veel fantasie en durf kunt betreden.
Eije Miyake’s zoektocht voert hem langs kleurrijke bewoners van Tokyo. Van het dienstertje Ai Imajo met de mooiste nek van de wereld, hacker Sugo die toegang tot het Pentagon probeert te krijgen, pizzabezorger Doi die leert om goochelaar te worden tot zeer gewelddadige Kazuko-leden.
Het is één wervelend verhaal dat bij vlagen nog het meest op een videospelletje of een stripverhaal lijkt. De Engelse schrijver David Mitchell, die met zijn vorige en debuutroman De geestverwantschap op de shortlist voor de Bookers Prize 2001 kwam, schrijft een mix van verhalen in verhalen, zet je voortdurend op het verkeerde been door dagdromerij en probeert er één dynamische moderne show van te maken.
Tokyo is een stad van neonglitter en lijkt altijd licht en leven uit te stralen. Het is de wieg van de electronische speeltjes, het leven is er hectisch met een miljoenenbevolking die zich in golven van en naar hun werk spoeden. De hoofdpersoon valt in deze tot de verbeelding sprekende omgeving van het ene avontuur in het andere. Soms per ongeluk, meestal door eigen schuld. Het verhaal is gelardeerd met een beetje romantiek van een ontluikende liefde, met veel geweld dat in de film Pulp Fiction van Quentin Tarrentino niet zou misstaan, met ware computervirussen, een liefdeshotel en een door een tyfoon getroffen eiland. Fantasie over computerspelletjes die de stad overnemen, een fabel over een kip, een prehistorisch wezen en een vergeetachtige schrijver, een dagboek over een onderzeepiloot in de Tweede Wereldoorlog.
Dit alles voor een zoektocht naar een vader, door een jongen die het verdriet over het verlies van zijn zusje moet plaatsen in zijn leven en die zijn moeder moet herontdekken.
De roman is sterk beïnvloed door de Japanse schrijver Haruki Murakami. Niet alleen is het boek naar een compositie van John Lennon vernoemd zoals Murakami’s roman Norwegian Wood en is Mitchell’s hoofdpersoon een regelrechte fan van deze Beatle, net als Murakami maakt Mitchell zijn verhaal zeer vertakkend en mixen beide schrijvers fantasie, werkelijkheid en mythologie.
De vertakkingen van Mitchell eindigen soms in een doodlopend steegje, wat een enkele zwakheid kan zijn van DroomNummerNegen. Hoewel het leuk is om constant op het verkeerde been gezet te worden, soms door hallucinerende cybernetische scènes, maakt Mitchell de roman nodeloos ingewikkeld. Net als de twee grootste verhalen in het verhaal: de vermakelijke fabel over mevrouw Kam, meneer Bokkenpoot en het prehistorische dier Pithecanthropus die uiteindelijk de stekker uit hun eigen verhaal trekken, en het meer serieuze verhaal over Eije’s grootvader die onderzeepiloot was in de Tweede Wereldoorlog. Waarom deze twee verhalen zo’n grote plek innemen in het totale verhaal is niet geheel duidelijk. Als Mitchell zich had beperkt tot het sfeervolle neerzetten van de hyper-moderniteiten-stad Tokyo, of zijn dromerijen over biowezens en andere videospelletjes-helden prominenter aanwezig had laten zijn, dan was er misschien meer eenheid in het verhaal gekomen.
Toch is het een wervelend en zeer onderhoudend verhaal, boordevol kleurrijke en tot de fantasie sprekende beelden. Over een jongen die met zijn ziel onder zijn arm kennismaakt met het woelige leven in de grote stad. En die zo gedreven is door zijn zoektocht dat hij als een moedige stripfiguur de boze wereld tegemoet treedt.
Hoofdstuk 9 is blanco. Zoals John Lennon zelf over zijn song #9 Dream zei: “De betekenis van Droom Nummer Negen verschijnt pas wanneer alle betekenissen hebben afgedaan.”
David Mitchell – DroomNummerNegen (Number9dream, vert. Aad van der Mijn), Querido 2003
Leeslinks
Van dezelfde schrijver:
Utopia Avenue
Doorgang
Tijdmeters
De niet verhoorde gebeden van Jacob de Zoet
Dertien
De geestverwantschap
Wolkenatlas
Een queste naar een zeldschaam schaap:
Haruki Murakami – De jacht op het verloren schaap
Op z’n Russisch omgaan met de maffia:
Sergei Bolmat – Klik