Claudie Gallay – De branding

Geven en nemen

Franse roman over een geheim in een klein dorp aan zee.

De branding is altijd te horen in het kleine, Franse kustplaatsje La Hague. Soms zwelt hij aan tot een oorverdovend lawaai, soms knabbelt hij wat aan het strand. De mensen in het kleine dorp hebben hun levensritme afgestemd op de zee en zijn getijden. Vissers varen af en aan, net zoals de mensen die met een jacht of zeilboot de zee verkennen.

De inwoners hebben geleerd dat de zee neemt en geeft. Al meerdere gezinnen hebben een familielid aan de zee verloren, maar mocht de zee iets geven, dan is dit een geschenk. Zo verliest aan het begin van het verhaal een boot zijn lading hout in een storm en staan de bewoners van La Hague de volgende dag klaar om al het hout dat aanspoelt, massaal te verdonkeremanen.

Het dorp is een hechte gemeenschap, waar echter altijd wel wat buitenstaanders zich mengen in het leven. De jonge vrouw die dit verhaal vertelt, is er zo een. Ze wordt La Griffue genoemd, naar het huis wat ze bewoont, of Horsain, wat vreemdeling betekent. La Griffue is een groot pand aan zee even buiten het dorp, waar Horsain woont, en ook Raphaël, een kunstenaar die monumentale beelden van mensen maakt. Zijn zusje Morgane is niet van hem weg te slaan en werkt af en toen bij Lilly, die de dorpskroeg runt.

De andere personen in dit dorpsdrama zijn Nan, een wat oudere vrouw die vroeger haar familie aan de zee verloor en nu als een soort dorpsdwaas regen en stormen trotseert om op het strand te kijken of de zee haar familie nog wil teruggeven. Dan is er Théo, de vader van Lilli, die echter zeer weinig met zijn dochter spreekt. Théo heeft vroeger op de vuurtoren gewerkt en heeft ook de vogels bestudeerd, net als Horsain nu doet. Lilli heeft haar moeder in huis genomen, die als een vast meubelstuk meestal in het café van Lilli zit.

Meneer Anselme komt vaak bij Lilli in de kroeg en raakt niet uitgepraat over de Franse dichter Jacques Prévert, die hij ooit heeft gekend omdat Prévert in de regio woonde. En dan is er Max. Hij is een beetje simpel en hij is helemaal gek op Morgane. Daarom komt hij regelmatig naar La Griffue om woorden te leren uit het woordenboek dat Morgane en Raphaël hem lenen. Max bouwt aan een boot waarmee hij de zee op wil om haaien te vangen. Er is het kleine meisje Ooievaar dat ook regelmatig op La Griffue komt, om te spelen en kleine geschenken uit te delen die ze in de natuur vindt.

Het verhaal speelt echter niet alleen in La Griffue, maar vooral in het café van Lilli, in de dorpsstraten en op de kliffen waar de vertelster voor haar werk de vogels bestudeert. Ze heeft zich teruggetrokken in dit eenzame dorp, omdat haar grote geliefde is gestorven en ze zijn dood op deze manier probeert te verwerken.

Het wankele evenwicht dat ze heeft gevonden in La Hague wordt verstoord als er weer een vreemdeling naar het dorp komt. Al snel wordt echter duidelijk dat deze man niet echt een vreemdeling is: zijn ouders hadden een huis in het dorp waar ze elk jaar de zomer kwamen doorbrengen. Totdat er op een dag een drama plaatsvond op zee.

De dorpsbewoners herinneren zich allemaal deze zwarte dag uit de geschiedenis van La Hague. Maar toch is niet iedereen bereid erover te praten. Terwijl de vertelster zelf heel gesloten is, probeert ze de verhalen los te rukken uit de gesloten harten van de bewoners.

Het verhaal is verteld in een stijl die heel toepasselijk is voor zo’n klein dorp aan zee: de zinnen zijn kortaf en ruw. Ook veel personages verdienen niet echt een vriendelijkheidsprijs: ze gaan bijzonder argwanend met elkaar om en iedereen lijkt iedereen in de gaten te houden. Zoals de golven in de branding af en aan rollen, meanderen de gebeurtenissen in een bepaald ritme, geven en nemen, alleen wordt er telkens iets meer van het verhaal prijsgegeven.

Net als de bewoners is het weer meestal ruw en koud en zo krijgt zo’n idyllisch dorpje aan zee, waar menige Parijzenaar een huis zou willen hebben, toch wel een zeker onaangenaam karakter. Dit is geen lofzang op een toeristisch dorp, maar een verhaal over wat deze stugge dorpen te verbergen hebben. De bewoners zijn één geworden met de zee die hun leven bepaalt: ze nemen en geven…

Claudie Galley – De branding (Les Déferlantes, vert. Han Meyer) De Bezige Bij, 2009

Leestips
Dorpsgeheimen ontmanteld:
Anna Bailey – Tall Bones
Davide Longo – De steeneter
Ilona van Mil – De stilte van Sugarmilk Falls
Mikael Niemi – De man die stierf als een zalm