Over onze vreemde wereld
Zwitserse roman over een fictieve wereld die al bijna een eeuw in oorlog is.
Christian Kracht, de controversiële schrijver uit Zwitserland, noemt zichzelf een kosmopoliet en leeft dan ook het merendeel van de tijd in alle uithoeken van de wereld: India, Bangkok, Buenos Aires. Zijn eerste in Nederlands vertaalde roman 1979 is een vreemd verhaal over twee vrienden die vanuit Teheran, waar de revolutie was uitgebroken, terechtkomen in Tibet, waar ze verlichting hopen te vinden. Een mooi, maar vreemd geschreven verhaal.
De derde roman Ik zal hier zijn bij zonneschijn en schaduw is al net zo kosmopolitisch en vreemd. De tijd waarin het verhaal speelt, roept echter nog meer vervreemding op: de wereld is al 96 jaar in oorlog. Zwitserland, dat een soort communistische vazalstaat van Rusland is geworden (Rusland zelf ligt er als een onbewoonde vlakte bij; waar doet dat ons aan denken?) is in oorlog met de fascistische staten Duitsland en Engeland. Bovendien blijkt dat de hoofdpersoon, een hoge militaire beambte, een Afrikaan is. Zwitserland paait namelijk de volkeren in Afrika met de aanleg van infrastructuur en leidt daar mensen op tot militairen, die ze hard nodig hebben in hun bijna een eeuw durende oorlog.
Deze militair, die op zoek gaat naar een andere hooggeplaatste militair, de Poolse jood Brazhinsky die verkeerde dingen doet, lijkt zich thuis te voelen in het koude sneeuwlandschap van Zwitserland, maar is eigenlijk een zwarte man, die geboren is onder de warme Afrikaanse zon. Hij kreeg de sneeuw op de Kilimanjaro pas te zien toen hij op de Zwitserse militaire academie zat.
De verteller zal deze Brazhinsky vinden in het ‘Reduit’, een stelsel van gangen en ruimten die in de Zwitserse bergen zijn gegraven en waar een soort alternatieve cultuur is ontstaan, die niets meer met de oorlog van doen heeft, behalve dat ze wel regelmatig worden aangevallen.
Wanneer de verteller zijn taken heeft verricht, draait hij de rug toe naar het oude Europa en zijn oneindige oorlog. Wanneer zijn voeten weer de Afrikaanse bodem raken, zijn thuisland, blijkt ook daar niet alles rustig, maar vluchten de mensen terug naar hun eigen wereld, weg van de Zwitsers met hun luxe, terug naar moeder natuur.
De Frankfurter Algemeine kondigde het boek aan met: ‘Eindelijk: de grote Zwitserland-roman!’. Het klopt natuurlijk wel dat alle clichébeelden van Zwitserland in het verhaal zitten: sneeuw, bergen en horloges. Zwitserland bleef echter in de twee wereldoorlogen neutraal en heeft nooit koloniën gehad.
Kracht vroeg zich blijkbaar af wat er van Zwitserland was geworden, als Lenin in 1917 niet was afgereist naar Rusland. Dan had Lenin kennelijk Zwitserland een vriend van Rusland gemaakt, hij had ze laten uitwaaieren naar Afrika om daar mankracht te vinden voor de oorlog tegen het fascisme, waar ze als echte kolonialisten tekeer waren gegaan. Hoe zou de wereld eruit hebben gezien als Zwitserland niet neutraal was gebleven?
Je vraagt je af wat Kracht van zijn vaderland vindt: hij zet ze weliswaar aan de goede kant van de lijn in de oorlog tegen het facisme, maar aan het einde laat hij ze verliezen: de Afrikaanse inwoners verlieten massaal de steden om terug te keren naar hun dorpen. Terwijl de stromen vluchtelingen in onze wereld nog steeds vanuit het zuiden naar het noorden gaan, tekent Kracht een omgekeerde beweging: de mensen gaan terug naar hun roots in het zuiden, zoals de verteller.
Ik weet niet of Kracht een echte boodschap in zijn roman heeft gestoken, maar het verhaal heeft genoeg punten om over na te denken. En hoe vreemd het verhaal ook overkomt, het is mooi en beeldend geschreven. Bovendien is het een klein boekje, dat eerlijk gezegd van mij veel dikker had mogen zijn. Je blijft zitten met een gevoel dat je nog meer wilt weten van die vreemde wereld van Christian Kracht.
Christian Kracht – Ik zal hier zijn bij zonneschijn en schaduw (Ich werde hier sein im Sonnenschein und im Schatten, vert. Hans Hom), De Arbeiderspers 2010
Leeslinks
Van dezelfde schrijver:
Eurotrash
Imperium
1979
Over een andere loop van de geschiedenis:
Peter Verhelst – Geschiedenis van een berg
Christoph Ransmayr – Morbus Kitahara
Stephen Fry – Geschiedenis schrijven
Owen Sheers – Verzet