“Honger maakt rauwe tortilla’s zoet”
Mexicaanse roman over een Mexicaans jongetje die zijn dromen wil waar maken in een grote Amerikaanse stad.
Na het lezen van de wat treuzelende roman over een voormalig Oost-Duits dorp (Ons soort mensen van Juli Zeh), spat de eerste bladzijde van deze debuutroman van Auro Xilonen je tegemoet als een spetterend vuurwerk: wat een heerlijk taalgebruik!
Het verhaal gaat over de 17-jarige Mexicaan Liboro, illegaal in een Amerikaanse stad, die in een boekhandel werkt en een meisje redt op straat. De reddingsactie heeft nogal wat consequenties, de grootste misschien wel dat Liboro het meisje niet uit zijn hoofd kan zetten: hij is verliefd, wat een nieuw gevoel in zijn leven is. Liboro voelt zich echter nog steeds een underdog, zwerft door de stad, probeert zijn hoofd helder te krijgen, maar blijft de nodige narigheid ontmoeten, ook al proberen verschillende mensen hem te helpen. Dan neemt het verhaal een wending, lijkt even te verzanden in een good-luck-story met slap-stick-momenten, maar zit toch vol kleine verrassingen.
Eigenlijk is Liboro een snotjoch van de bovenste plank, die al scheldend en kankerend, niemand vertrouwend, zijn weg door het leven probeert te vechten. Een eenzame Mexicaanse cowboy, ook al is-ie een indiaan, die zich wil aanpassen aan het Amerikaanse leven, maar dan wel het goeie en niet van al die bandieten die de straten onveilig maken. Want onder al die bravoure schuilt natuurlijk wel een hartje van goud. Liboro probeert het met leren lezen, of met boksen, hij moet en zal indruk weten te maken op zijn grote liefde Aireen. Wanneer het succes hem even toelacht, zal hij ook moeten leren bij zijn leest te blijven.
Dat het verhaal van een 19-jarige debuterende schrijfster komt, is soms wel te merken. Maar die jonge jaren geven misschien juist dat explosieve taalgebruik, dat net niet aanstootgevend is, maar juist vaak liefkozend. Rauw en aandoenlijk, soms een beetje kinderlijk, maar wat wil je wanneer de hoofdpersoon de volwassenheid probeert te bereiken op de onveilige straten van een grote Amerikaanse stad.
Het is een grappig en aandoenlijk verhaal, maar het is vooral de taal die onverminderd feestelijk is: een klaterend spel van woorden en ritme, en wat voor een woorden! Gemummificeerde hartslag, triom-freselijk, jupiteriaans thermofusische, koboldistische, staalharde oogsnotjes, soeplepelkaken en ga zo maar door; de vertaalster Lisa Thunnissen, die uitstekend werk heeft verricht, moet er haar handen vol aan hebben gehad, maar zal er vast ook wel de nodige lol in hebben gehad, want Liborio haalt van alles erbij om zich zo beeldend mogelijk uit te drukken. Vooral de conversaties tussen hem en zijn Chef in de boekhandel zijn heerlijke one-liners over de wereld en de boeken.
De cowboykampioen is een feel-good boek, dat je niet in één middag kunt uitlezen, omdat het onderhoudende woordgebruik je telkens even doet stoppen. Een prachtig stuk proza van een veelbelovende schrijfster, uit een land waar geweld een regel is, maar dat zij heeft weten om te buigen naar explosief taalgebruik.
Aura Xilonen – De cowboykampioen (Campéon gabacho, vert. Lisa Thunnissen), Wereldbibliotheek 2017
Leeslinks
Op zoek naar volwassenheid:
Florian Zeller – De ontsnapping van Julian Parme
Reif Larsen – De verzamelde werken van T.S. Spivet
Russell Banks – Huid
Jonge vertellers:
J.T. Leroy – Het hart is bovenal bedrieglijk
John Wray – Lowboy