De rode met het witte hart
Nederlandse roman over een Amerikaanse koloniste die haar leven verwoest zag door de indianen.
De overgave is het verhaal over Sally Parker, Granny genoemd, die een overval door indianen overleefde, maar hierbij verschillende familieleden verloor, waaronder haar man, en waarvan een aantal kinderen en kleinkinderen werd ontvoerd. Na deze bloedige gebeurtenis, moest Granny niet alleen letterlijk en figuurlijk haar wonden likken, maar kreeg ze een nieuwe missie in haar leven: de kinderen en kleinkinderen terugvinden.
Arthur Japin is echter geen avonturenschrijver zoals Karl May, die veel boeken vol schreef over de strijd tussen indianen en cowboys (Winnetou en Old Shatterhand) in het Wilde Westen. Japin wordt gefascineerd door de psyche van mensen, vooral als ze in een hoekje van de geschiedenis zitten weggedrukt. Toen hij het verhaal over twee zwarte Afrikaanse prinsjes hoorde die in de 19de eeuw naar Nederland werden verscheept om daar te studeren, vloeide er de prachtige roman De zwarte met het witte hart uit. Na het lezen van de autobiografie L’histoire de ma vie van Casanova, raakte Japin geïntrigeerd door ene Lucia die werd beschreven als een van de weinige vrouwen die Casanova ooit onrecht had aangedaan. Zo kwam de roman Een schitterend gebrek tot stand.
Net zoals Louis de Bernières gefascineerd raakte door een standbeeld van een hond in Australië, waarna hij De rooie hond schreef, besloot Athur Japin research te doen naar een opschrift van een standbeeld dat hij tegenkwam in Quanah, Texas, in Amerika. Zo stuitte hij op de geschiedenis van de familie Parker en hoe hun leven nauw werd verbonden met dat van de indianenstam Comanches. Als hoofdkarakter koos hij voor grootmoeder Granny, wiens verhaal hij vertelt in De overgave.
Het boek begint bij de naderende ontmoeting tussen Granny, die haar leven dubbel en dik heeft geleefd, en de jonge Comanche-aanvoerder Quanah, die op het punt staat zich met de overlevenden van zijn stam over te geven aan de Amerikanen. Van hieruit begint Granny aan het verhaal dat begint bij de overval van de Comanches Moon op Fort Parker, een nederzetting die enkele families in één jaar uit de droge Texaanse grond hadden gestampt. We hebben het over het jaar 1836, het jaar waarin Texas zich onafhankelijk heeft verklaard van Mexico.
Nadat de doden van de aanval waren begraven en de overlevenden zich in veiligheid hadden gebracht, werd het zaak de ontvoerde kinderen en kleinkinderen van Granny terug te vinden. En een nieuw leven op te bouwen. Wat niet eenvoudig was, want niet alleen de teruggevonden kinderen waren ‘besmet’ met indianenbloed, ook Granny, die bij de aanval mishandeld en verkracht was, werd met scheve ogen aangekeken, door gemeenschappen die voor het merendeel door predikers werden beïnvloed. Dit eigenaardige bijgeloof zorgde ervoor dat Granny niet alleen de indianen moest vrezen, maar ook vaak haar buren.
Het is Granny’s favoriete kleindochter Cynthia Ann die het langst zoek blijft. Zij wordt rond 1860 gevonden, wanneer de Texas Rangers een indianenkamp overvallen. Granny heeft veel jaren naar deze hereniging toegeleefd. Ze reisde met indianenvriend Holland Coffee over de prairies op zoek naar Cynthia Ann, verdedigde haar huis tegen haatdragende buren, maar toen ze Cynthia Ann eindelijk in haar armen kon sluiten, wist ze dat ze deze kleindochter nooit meer terug zou krijgen. Cynthia Ann was te veel ver-indianiseerd om als een blanke door het leven te kunnen.
Hoewel Granny de meeste tijd van haar leven de indianen oprecht haatte voor wat ze haar familie hadden aangedaan, is het verhaal niet ronduit tegen de indianen. Ook al richtten ze wrede bloedbaden aan, aan de andere kant laat Japin ook zien waarom de indianen dat deden: steeds meer kolonisten namen het land van de indianen in, zodat hun levensruimte kleiner en kleiner werd. Toen de kolonisten de tactiek begonnen om het eten van de indianen uit te roeien, met massale slachtingen van de bizons, was het einde in zicht.
Arthur Japin heeft ervoor gekozen om middels Granny Parkers verhaal, een stuk geschiedenis van Amerika te schrijven. Het beroemde stoffige Wilde Westen wordt weer even opgepoetst, de wrede indianen van stal gehaald, de diep gelovige kolonisten uitgelicht en even dondert weer het machtige geraas over de prairie van een kudde bizons op de vlucht. Terwijl de indianen werden uitgeroeid of in reservaten werden gestopt, vochten negers, en vooral de voorstanders van de afschaffing van de slavernij, voor hun vrijheid. Zij wonnen, de indianen verloren…
De overgave is een boeiend semi-historisch verhaal over verlies en familieliefde. Misschien is het verhaal iets te conventioneel opgesteld en moeten we iets te veel meeleven met Granny. Een historische overval op kolonisten in 1857 is door Alissa York op veel krachtigere wijze in beeld gebracht in haar boek Vreemde ogen. Maar dankzij Arthur Japins beeldende vertelkunst blijft De overgave toch een boek dat je mee terugvoert de prairies op en blijf je gekluisterd aan het verhaal over een pioniersvrouw die heel wat jaren nodig had om te leren vergeven.
Arthur Japin – De overgave, Arbeiderspers, 2007
Leestips
Van dezelfde schrijver:
Vaslav
Kolja
De grote wereld
Een schitterend gebrek
De droom van de leeuw
De zwarte met het witte hart
Over een andere overval op kolonisten:
Alissa York – Vreemde ogen
Jacht op de bizons:
John Williams – Butchers crossing
Over het Wilde Westen:
Carys Davies – West
Téa Obreht – Achterland
Hernan Diaz – In de verte
Patrick DeWitt – De gebroeders Sisters
Isabel Allende – Fortuna’s dochter
Goudzoekers in Nieuw Zeeland:
Eleanor Catton – Al wat schittert