De Andes in, de Andes uit
Belgisch verhaal over twee wereldverbeteraars.
Toon en Anna hebben één grote droom wanneer ze van de universiteit komen: ontwikkelingshulp bieden in Zuid-Amerika. Terwijl hun vrienden het studentenleven en de bijbehorende idealen allang vergeten zijn, er een stel vrienden is die wel hun geluk hebben gevonden door naar Afrika te vertrekken, valt het Anna en Toon vies tegen dat ze niet zo snel een post vinden in het buitenland.
Na jaren, waarin Toon al bijna is afgegleden in het niksdoen en Anna tegen haar zin in les geeft op school, krijgen ze eindelijk een positief bericht: ze kunnen beiden werken in Ecuador, in een piepklein dorpje in de Andes.
Het tij in het leven van Anna en Toon is gekeerd: ze kunnen hun geluk niet op in dit bergdorpje, waar ze met open armen worden ontvangen door de vriendelijke bevolking. Maar een verhaal gaat nooit helemaal alleen over geluk. En zo ook het verhaal over ‘De Latino’s’, zoals Anna en Toon ook wel werden genoemd door hun medestudenten wegens hun liefde voor Zuid-Amerika.
De Belgische schrijver Leo Pleysier gebruikt, om dit verhaal te vertellen, een toontje dat naderend onheil al eigenlijk vanaf de eerste bladzijde aankondigt: een beetje sarcastisch en belerend. Bij het lezen van de eerste pagina’s denk je zelfs dat de Latino’s Zuid-Amerika nooit zullen bereiken.
Het is dan ook spannend om te lezen over het geluk van Toon en Anna in Ecuador, omdat je weet dat dit geluk niet kan gaan duren. Wanneer het noodlot toeslaat, rolt het leven van de twee Belgen heel snel bergafwaarts, de hoge Andes uit, terug naar het regenachtige, laag gelegen België. Dromen aan diggelen, levens aan diggelen. Hoe gaan de Latino’s daarmee om?
Leo Pleysier werd vooral geroemd om zijn prachtige taalgebruik. In De Latino’s gebruikt hij echter een kort gebonden, strakke taal die weinig franje heeft. Als een niet betrokken verteller somt hij het verhaal op over Anna en Toon, met soms een heel klein commentaar over hoe Anna en Toon eigenlijk beter hadden moeten weten.
Het verhaal neigt naar een satire over ontwikkelingswerkers. Over mensen die hun idealen najagen, zonder al te veel realiteitszin. Het einde is een gevoelige steek na: als Anna nu haar idealen niet laat varen, dan staat ze helemaal alleen, ook zonder de lezers. Waarmee het einde van het boek, want zelfs de schrijver heeft geen vertrouwen meer in Anna, die haar Zuid Amerikaanse droom en haar drang om de mensen daar te helpen, nooit meer zal verliezen.
De Latino’s mist het onderhoudende proza van Leo Pleysiers oudere werk, zoals in zijn bekroonde roman De gele rivier is bevrozen. Maar het levert wel een tijdsbeeld op van een verdwijnende generatie mensen uit de jaren ‘70, ‘80, de opvolgers van de missionarissen, die met hun idealisme de wereld wilden redden.
Leo Pleysier – De Latino’s, De Bezige Bij, 2007
Leestips:
Van dezelfde schrijver:
De gele rivier is bevrozen
Hulpverleners:
Yves Petry – De geesten
Abraham Verghese – De heelmeesters
Olivier Adam – Vogelvrij