Verdwaald aan het front
Kritische en semi-autobiografische roman over een Oostenrijkse officier tijdens de aanval op Polen in 1939.
De Oostenrijkse schrijver Alexander Lernet-Holenia vocht in twee wereldoorlogen en dat liet zijn sporen na. Zoals in het semi-autobiografische boek Het blauwe uur, over de fictieve graaf Walmoden, die, net zoals Lernet-Holenia, een reserve-officier was die in augustus 1939 op oefening moest. Op 1 september breekt echter de Tweede Wereldoorlog uit en gaat de oefening over in het echte werk. Walmoden is optimistisch en gelooft niet in een langdurige oorlog. Op de vrije avonden zet hij onbezorgd zijn leventje voort van uitgaan en met vrienden debatteren over het leven en spiritisme. Op een van die laatste avonden ontmoet hij de mysterieuze en bloedmooie Cuba Pistohlkors en wordt halsoverkop verliefd. Hij kan haar niet uit zijn gedachten zetten. Zodoende betreedt hij het strijdperk met een hoofd in de wolken, die niet lijken te verdwijnen wanneer de oorlog veel langer gaat duren als gehoopt. Walmodens legerafdeling wordt verplaatst naar Polen, dat net onder de voet is gelopen door de Duitse Wehrmacht. Hij ziet en ruikt de smeulende puinhopen, vluchtelingen en doden, maar in zijn hoofd lijkt alleen maar plaats voor deze dame, met wie hij de laatste afspraak is misgelopen.
In het begin lijkt het er op dat de hoge militairen zelfs in het leger nog hun mooie leventje van goed eten, drinken en converseren kunnen voortzetten, maar de realiteit haalt hen in en de omgeving wordt almaar grimmiger. Het leger dat zo bruut over Polen walst, lijkt geleid te worden door mannen die geen idee hebben wat er van hun wordt verlangd, waar ze zijn en hoe te vechten. Alle muizenissen in het hoofd van Walmoden lijken belangrijker dan de oorlogshandelingen. De hoofdpersoon hallucineert, ziet geesten en is geobsedeerd door vrouwen. Hij stapt luchthartig en ongelovig door het strijdtoneel en verlaat het alsof het een theater is. Dat maakt dit boek tot een anti-oorlogsroman. Het gruwelijke tijdsbeeld van de tweede Wereldoorlog die zijn vleugels ontvouwt, wordt gecompenseerd door de Oostenrijkse aristocratische achtergrond van Walmoden en zijn onbekommerde kijk op het leven op de slagvelden, alsof hij nog gemoedelijk door Wenen dwaalt.
Het boek wordt ook wel beschouwd als de enige Oostenrijkse verzetsroman. Walmoden nam de oorlog niet serieus en was ook al geen held. De enige heldin van het verhaal sneuvelt als een spionne. De nazi’s waren beslist niet blij met het boek, waarvan de eerste editie in 1941 verscheen, en verboden het. Cynisch genoeg werd deze eerste oplage, in de kelder opgeslagen bij de uitgeverij in Leipzig, vernietigd door een bombardement. De tweede druk in 1947 had meer succes.
‘Het blauwe uur’ is de korte tijd vóór zonsopgang en na zonsondergang. Het was de oorspronkelijke titel, die bij de tweede (Duitse) editie is veranderd in Mars im Widder. Dat is een astrologische uitdrukking, terwijl Het blauwe uur uitstekend past bij een korte tijd tussen leven en dood. Want dat is een oorlog en zo is het einde van het boek: dwalen door de puinhopen, de lezer in onzekerheid achterlatend over het lot van een man die geen leger waard was. Het is een van die opgegraven juweeltjes over de oorlog die ondanks de typische tijdsbeelden van een verloren gegane bourgeoisie en een oorlog die nooit meer zo zal worden gevoerd, toch een tijdloze roman is: over de impact van een oorlog.
Alexander Lernet-Holenia – Het blauwe uur. (Mars im Widder, vert. Gerrit Bussink) Wereldbibliotheek, 2022.
Leestips
Nog stille noot tegen de oorlog:
Josef Wittlin – Het zout der aarde
Kurt Vonnegut – Slachthuis Vijf
Cynisme over de tijd ervoor:
Erich Kärstner – Naar de haaien
Oorlog in Polen:
Slobodan Šnajder – De reparatie van de wereld