Richard Osinga – Bor in Afrika

Bonjour Boujouboujou

Nederlandse roman over een jonge diplomaat in Afrika.

Bor heeft besloten weg uit Nederland te gaan nadat het uit is met zijn vriendin. Daarom solliciteert hij op een diplomatieke post bij de ambassade van het Afrikaanse land Boujouboujou, wat hem wel ver genoeg lijkt. Het is een rustige post die eigenlijk alleen in stand wordt gehouden omdat de KLM nog steeds in Boujouboujou landt. De ambassadeur is Van Beugel, een door vele posten geverfde diplomaat die het klappen van de zweep in Afrika kent.

Bor vindt alles er veelbelovend uitzien. Hij wil Boujouboujou, zijn hoofdstad Boujouville, de Delta en alle bewoners zo snel mogelijk leren kennen. Maar dan kent Bor het diplomatieke leven nog niet. Een logge bureaucratie die Nederland in codes moet berichten over het wel en wee van het Afrikaanse staatje. En dan blijkt ook nog eens dat Nederland van veel dingen sneller op de hoogte is dan de ambassade in Boujouboujou. Bor heeft nog veel te leren.

Als belangrijkste wapenfeit van de schrijver Richard Osinga wordt gemeld dat hij in juli 1996 de jongste diplomaat in Buitenlandse Dienst was. Na een korte staat van dienst o.a. in Algiers en Dakar werd hij vervolgens de jongste ex-diplomaat.

Het is zijn correspondentie met een vriend over zijn ervaringen zowel in Afrika als op de ambassade, als ook zijn verblijf in Algiers en Dakar die hem de inspiratie voor zijn verhaal Bor in Afrika hebben gegeven. Een tweede wapenfeit van Osinga is dat zijn script meteen werd aangenomen om gepubliceerd te worden.

Boujouboujou is een gefantaseerd Afrikaans land dat natuurlijk wel wat trekjes heeft van het Afrika dat Osinga heeft gekend. De Corniche in Algiers, de Delta in Senegal en de haven van Dakar en zowel Senegal als Algerije beide Franse ex-kolonies.

Osinga vertelt het verhaal van de jonge diplomaat Bor die heel graag Boujouboujou wil leren kennen, maar door zijn naïviteit en zijn gebonden zijn aan de ambassade cliché’s voor lief moet nemen waardoor er eigenlijk weer een nieuw soort Boujouboujou ontstaat via de Nederlandse diplomatieke dienst. Uit Osinga’s verhaal blijkt dat hij iets meer warmte voor Afrika voelde dan voor zijn ambassade-posten, die hij met fluwelen handschoenen hekelt.

Het is zijn kort aangebonden schrijfstijl en zijn Hollandse nuchtere kijk op het chaotische Afrikaanse leven die het boek leuk maken. Uitstapjes naar de tovenaar of naar muzikant Femi, de zoon van een beroemde zanger (Fela Kuti?), een aarzelende relatie met een zwarte dame, of een etentje met zijn chauffeur Gabriel, Bor komt niet veel verder met zijn kennis over Afrika. Toch is het verhaal dat eindigt met Afrikaanse onlusten een kenmerkend beeld van de vele narigheid op dat continent. Voor een buitenstaander onontwarbare politieke partijenstelsels die, ook al beweren ze van niet, onlosmakelijk verbonden zijn met ethnische afkomst. Broeinesten van onlusten in afgelegen gebieden, jongeren die vechten omdat ze zich vervelen, het is in grote lijnen ‘Le mal d’Afrique’. Gooi dat op een ambassadebordje en logisch dat een aantal diplomaten ‘het allemaal al wel eens gezien hebben’ en ze zich nergens meer druk over maken behalve over hun borrels en hun posten.

Het verhaal had zich wat meer explosiever mogen ontwikkelen. Vooral in het begin is het de humor die het boek aantrekkelijk maakt. Aan het einde zakt de verhaallijn af naar een noodgedwongen einde zonder al te veel fantasie. Dat is jammer, want zeker zo’n Afrikaans fantasiestaatje en het Afrikaanse leven nodigen uit tot meer sprankelende ontknopingen. Ondanks het wat matte einde is het een vermakelijk boek over het diplomatieke leven en Afrika.

Richard Osinga – Bor in Afrika, Querido 2003

Leeslinks
Van een andere diplomatieke schrijver:
F. Springer – Teheran, een zwanezang
F. Springer – Bougainville
F. Springer – Quissama
Over een echt hilarisch avontuur in Afrika:
Robert Sedlack – Afrikaans safaridagboek