Scylla en Charybdis
Engelse roman over a-typische relatie tussen moeder en dochter.
Het zal je maar gebeuren bij de geboorte van een zoon: een voorspelling dat hij zijn vader zal vermoorden en zal slapen met zijn moeder. Dit is de mythe van koningszoon Oedipus, die door zijn vader als baby werd weggegeven aan herders, in de hoop dat het orakel niet zou uitkomen. Het is een mythe die de literatuur rijk heeft gemaakt met Oedipus-verhalen, beginnend in de Oudheid. Schrijvers zoals Sophokles, Aischylos en Aristophanes schreven er stukken over en zelfs Homerus noemde de Oedipus-mythe in een van zijn boeken.
De Engelse schrijfster Daisy Johnson waagde zich ook aan een versie. Ook al speelt deze mythe slechts een bijrol in haar roman Onder het water. De nadruk van het verhaal ligt op de relatie van de hoofdvertelster Gretel met haar moeder Sarah. Een a-typische moeder-dochter relatie, want Sarah lijkt niet echt op een liefhebbende moeder. Johnson wilde uitzoeken hoe het zat, wanneer je als vrouw niet de opgedrongen moederrol accepteerde. En haalde daarom ook de transgender in het verhaal.
Het is een druk bevolkt verhaal met verlaten kinderen, transgenders, een helderziende en ouders die hun kinderen wel of niet missen. Gretel groeide op met haar moeder op een boot aan een rivier in Oxfordshire, een stromend water vol geheimen. Haar moeder is vrijgevochten en stoer, het leven op de boot spartaans, maar met een zekere liefde. Gretel ging niet naar school en zette op de wal vallen voor kleine dieren, waarmee ze windorgels versierde. Moeder en dochter hadden een hele rits eigen woorden, waarmee ze communiceerden. Zo heette alles waar ze bang voor waren bonak. Bonak groeide echter uit tot een monster dat in de rivier woonde en ’s nachts de wal op klom om dood en verderf te zaaien.
Het boek begint met het einde van het verhaal over Gretel en Sarah. Gretel heeft na jaren eindelijk haar zwervende moeder weer gevonden, die duidelijk aan het dementeren is en moeite heeft om in Gretels kleine huisje een regelmatig leven te leiden. Bovendien sluimeren er tussen moeder en dochter zoveel onuitgesproken gevoelens dat de lucht zindert van de spanning. Sarah houdt niet van praten, maar Gretel wil opheldering over haar jeugd en alles wat er gebeurd is. Wie was Marcus, de jongen die een tijdje bij hen op de boot woonde, hoe is het met hem afgelopen en waarom liet Sarah de zestienjarige Gretel in de steek?
Zo duiken we een duister verhaal in, waarvan het meeste rondom de boot, de donkere rivier en de mysterieuze Bonak speelt. Gretel vertelt over haar lange zoektocht naar haar moeder, of over haar jeugd op de boot. Het boek springt soms naar het verhaal van Margot, die op een dag om onverklaarbare reden haar ouderlijk huis verliet en Marcus werd, of naar het verhaal over Fiona, de buurvrouw van Margot, die maar bleef terugkomen naar Margots ouderlijk huis.
Overal loert angst in het verhaal. De gevaarlijke rivier waarover mensen vluchtten voor een niet te omvatten gevaar. De Bonak die regeert in alle gebeurtenissen met slechte afloop. Ouders die bang zijn wat hun verdwenen kind kan overkomen. Een kind zwerft langs de rivier en luistert ’s nachts rillend naar onbestemde natuurgeluiden. Er is een voorspelling waarvoor moet worden gevlucht. Er is de angst over een oude moeder die rondzwerft.
Daisy Johnson groeide op in de moerasgebieden in Essex, die duidelijk terugkomen in het landschap van de rivieren en de boot waarop Sarah en Gretel woonden. Duisternis, ondoorzichtige modder en stromend water drukken een beeldende stempel op het verhaal.
Ondanks alle angst en heel weinig zonneschijn in het verhaal zijn de beeldende woorden zo mooi gekozen, dat je blijft doorlezen. Het mysterieuze water van de rivier heeft heel wat te verbergen en je wilt weten waar dit eigenzinnige verhaal naartoe stroomt. De verschillende lijnen waarmee het verhaal is gesponnen willen nog wel eens verwarren. Dat vergt een beetje inspanning van de lezer, maar wordt ook ruimschoots beloond: uiteindelijk komt alles verrassend samen. Het is een prachtig, duister verhaal over gebroken ouder-kind-relaties en lotsbestemming, waarin de een zich bij haar lot heeft neergelegd, anderen er voor op de loop gaan. Het boek haalde de shortlist van de Booker Prize 2018.
Daisy Johnson – Onder het water (Everything under, vert. Callas Nijskens) Koppernik 2019
Leeslinks:
Tussen de Engelse rivieren:
Graham Swift – Waterland
Een ander Oedipus-verhaal:
Orhan Pamuk – De vrouw met het rode haar
Liefdeloze moeders:
Jón Kalman Stefánsson – Het verhaal Ásta
Tommy Wieringa – Caesarion
Sharlene Tio – Ponti
Jesmyn Ward – Het lied van de geesten
Nathan Hill – De nix