Het is nog niet eens zo lang geleden dat de Engelse grenzen ver over de wereldzeeën lagen. Het Britse Rijk is behoorlijk gekrompen. Op Gibraltar na, zijn het vooral veraf gelegen eilandjes, zoals de Kaaiman-, Maagden- en Falklandeilanden, die nog onder de Britse kroon vallen. De grandeur van weleer kan nooit meer terugkomen, ook al stapt Engeland uit Europa.
Het bekendste gebied overzee was India. Veel Engelsen spelen een rol in boeken die spelen in India, zoals in een prachtige roman van de Nederlandse Threes Anna, over een Engelse vrouw ergens in India, die in een vervallen huis de komst van de moesson afwacht. Ze wil de armoede niet tonen en weigert bezoekers, maar daar denkt het dorp anders over: Wachten op de moesson
Hari Kunzru, zelf een zoon van Engels-Indiase ouders, schreef een roman over niet blank en niet donker zijn. Hoe word je een perfecte Engelsman? Met een satirische knipoog naar de gentleman: De poseur
Ilija Trojanow schreef een fictief boek over een fameuze Britse pionier, Richard Francis Burton. Hij deed heel wat stof opwaaien in India, maakte incognito de bedevaart naar Mekka en sloot zich aan bij een ontdekkingsreiziger in Afrika, op zoek naar de oorsprong van de Nijl: De wereldverzamelaar.
Birma, het tegenwoordige Myanmar, was ooit ook een Engelse kolonie. Daniel Mason schreef een roman over een pianostemmer die uit het mistige Londen werd geplukt en naar Birma werd gestuurd om ergens in de binnenlanden de piano van een gestoorde Engelse majoor te gaan stemmen: De pianostemmer.
Jamaica, lid van de Gemene Best van Naties, heeft nog steeds Elisabeth II als koningin. Niet dat het verarmde eiland daar veel mee opschiet, zoals te lezen is in de waanzinnige roman Een beknopte geschiedenis van zeven moorden van Marlon James, rond de moordaanslag op Bob Marley. Andrea Levy schreef een pakkende roman over een groep Jamaicanen in Engeland, die werd aangeduid als de ‘Windrush’-generatie: de eerste golf immigranten die Engeland heeft veranderd in de multiculturele samenleving die het nu is: Klein eiland.
Raoul Schrott schreef een intrigerende roman over het meest afgelegen eilandje ter wereld, een van die onbekende eilanden, die nog steeds deel uitmaken van Engels overzees gebied. De bewoners moesten in 1961 geëvacueerd worden omdat er een woeste vulkaanuitbarsting was, die een jaar duurde. De huidige bevolking telt rond de 300 zielen en het eiland kan officieel slechts één keer per jaar bereikt worden met een postboot: Tristan da Cunha.
Met de grenzen heeft Engeland heel wat te stellen. Zoals met de Ierse grenzen. Anna Burns schreef een prachtige roman over een Ierse gemeenschap met als vijand het land over de rivier, waar Engeland mee werd bedoeld: Melkboer.
Nu het bijna zeker is dat Engeland uit Europa vertrekt, roeren ook de Schotten zich. Sarah Hall schreef een interessant boek over wolven in Engeland, in Cumbria, een gebied aan de grens met Schotland, wat de nodige kopzorgen gaf: De komst van de wolven.