Wederom dreigt een handelsoorlog met China, dankzij de Amerikaanse Donald Trump. China is dan ook een heel grote natie geworden, die overal een voet aan de grond probeert te krijgen. En al die miljarden Chinezen produceren massa’s goederen die ze via goedkope online-bedrijven wereldwijd aan de man proberen te brengen. Terwijl de gemiddelde Chinees daar niet rijker van wordt. Hier enkele Chinese schrijvers, wiens verhalen gaan over het gewone volk, dat gebukt gaat onder bureaucratie en corruptheid.
Mo Yan is misschien wel de grootste moderne Chinese schrijver, die zijn satires niet alleen richt op corruptie, maar ook op hebzucht. Zijn bonte vertellingen met veel humor krijgen ook wel het etiket Chinees magisch realisme. In 2012 ontving Mo Yan de Nobelprijs voor literatuur. Hier is een autobiografisch werk van hem: Veranderingen.
Een andere roman van Mo Yan gaat over een modern gynaecologe, die de traditionele vroedvrouwen verdreef die eeuwenlang de kinderen op de wereld hielpen. Hoe vermakelijk het boek ook is, het is een serieuze aanklacht tegen de éénkindpolitiek van China: Kikkers
Ha Jin is een Chinese schrijver en poëet die in Amerika woont. Zijn roman War trash uit 2004 won de PEN/Faulkner award en eindigde als een finalist voor de Pulitzer prijs. Dit boek uit 2002 is een sociale satire, die je met een traan en een glimlach leest: Uit het gareel.
Ook de Chinese schrijver Ma Jian is een tegenstander van het strenge communistische beleid en in zijn boeken vind je onderwerpen die in China niet bespreekbaar zijn. Zijn boeken zijn er verboden en ook de schrijver zelf niet is niet meer welkom in China. Hier een vermakelijke satire met bittere ondertoon: De noedelmaker