Over een literaire Don Quichot
Duitse roman over het verblijf van de schrijver op Mallorca in de jaren ’30.
Stel je voor: een Spaans toeristeneiland in de jaren dertig. Het is daar waar de Duitse dichter en vertaler Albert Vigoleis – ‘met de v-van vogel’- heengaat met zijn vriendin, de Zwitserse Beatrice.
Ze komen er na een telegram van broer Zwingli van Beatrice die op Mallorca in een hotel werkt en zegt op sterven te liggen. Aangekomen in Palma blijkt Zwingli helemaal niet bijna zijn laatste adem uit te stoten, maar is integendeel heel levendig verwikkeld in een relatie met een Spaanse schone.
Deze Pilar, daar komt Vigoleis al snel achter, betekent zowel voor Zwingli als voor hen geen goed nieuws. Hij en Beatrice gaan dankzij deze vurige relatie een zekere ondergang tegemoet. Van het appartement waar het leven door Pilar onmogelijk werd gemaakt, naar een pensioen vol karakteristieke buitenlanders, komen ze in de finca ‘Toren met het Uurwerk’ waar ze geruime tijd wonen in een cel-achtige kamer zonder dak. En dat zou nog geen eens zo erg zijn – want wie heeft er nou een oneindige hemel als plafond. De plek echter staat te boek als een hoerenhuis, is tevens een rattenrol en berucht om zijn smokkelaars.
Nadat ze deze plek kunnen verlaten, ziet het leven van Vigoleis en Beatrice er weer wat rooskleuriger uit. Maar dan steekt de volgende bedreiging de kop op: de opkomst van het nazisme dat ook zijn weg weet te vinden naar het Spaanse eiland Mallorca. En vervolgens zal Franco het roer gaan overnemen in Spanje. Dat betekent het einde van het verblijf van Vigoleis en Beatrice op het zonnige eiland.
De ondertitel van de roman luidt: “Uit de toegepaste herinneringen van Vigoleis”, wat aangeeft dat de schrijver er niet alleen een autobiografisch boek van heeft gemaakt. Vigoleis, van huis uit dichter en vertaler, is een meesterverteller die, of hij nu een groep toeristen over het eiland moet gidsen, of dat hij een verklaring moet geven aan een leerling waarom zijn voltallige meubilair slechts bestaat uit één stoel, hij je een verhaal kan voorspiegelen dat kant noch wal raakt, maar dat zo geniaal in elkaar steekt dat je het voor zoete koek slikt.
Zo ook zijn roman wat ook wel cactus-verhaal wordt genoemd. Deze gaat niet langs een strakke lijn, want Vigoleis is een kei in het uitweiden en nog eens uitweiden met zijn vertelling. De roman telt niet voor niets 960 pagina’s. En Vigoleis laat niets liggen over wat hij weet over, en heeft meegemaakt met de kleurige bewoners van Mallorca uit die tijd: dolken trekkende hoeren, verarmde adel, smokkelaars, gepensioneerde Duitse generaals, miljonairs, filosofen, dichters en nog veel meer andere bonte lui die voor zoveel verhaalstof zorgen dat Vigoleis menigmaal moet zeggen dat hij een verhaal ooit nog eens uit de doeken zal doen, maar niet in dit boek.
En dan is er Vigoleis zelf die als een Duitse Don Quichot zich het Spaanse leven probeert eigen te maken. Een man van 12 ambachten en 13 ongelukken en dat steekt hij bepaald niet onder stoelen of banken. Alles wat hij aanpakt loopt verkeerd; dat hij Mallorca heeft overleefd mag een wonder heten. Hij zal niet verzuimen dit de lezer duidelijk te maken, waardoor de roman een behoorlijk hilarische ondertoon krijgt.
Vigoleis is een man die het liefst de hele dag zou willen filosoferen over literatuur en alle ideeën daaromtrent. Zo kon hij zijn vreugde niet op toen hij in de bakkerij in zijn buurt een heerschap trof dat hier alles vanaf wist. Het resultaat was dat Beatrice op haar brood kon wachten terwijl Vigoleis op de meelzakken met deze invallende broodverkoper urenlang kon debatteren over van alles en nog wat. De klanten hadden het nazien en die pakten op het laatst zelf maar wat ze nodig hadden. Volgens Vigoleis was hiermee dan ook de eerste supermarkt geboren.
Jammergenoeg kun je niet leven van alleen boeken of woorden, hoewel hij en Beatrice menigmaal er de voorkeur aan gaven om van hun laatste geld een boek te kopen in plaats van eten. Dankzij de opkomst van het sociaal nationalisme was het Vigoleis niet vergund alle geplande vertalingen van Nederlandse romans te maken en ook zijn literaire bijdrage aan de Haagse krant Het Vaderlandliep al snel spaak dankzij de naderende oorlog. Want Vigoleis heeft altijd geweigerd een adhesiebetuiging aan Hitler te ondertekenen op het Duitse consulaat op Mallorca die hem daarvoor keer op keer uitnodigde. Wat hem uiteindelijk zo in de problemen bracht dat hij zijn leven op Mallorca niet meer zeker was.
Het eiland van het tweede gezichtis een meesterwerk van een schrijver die zijn onverbloemde meningen op bijzonder amusante wijze aan de man weet te brengen. Zijn commentaar op het Spaanse leven, op dat van toeristen of andere buitenlanders die toen op het eiland Mallorca verbleven, op Duitsland en de kentering die er daar plaatsvond en op zijn eigen leven uit die tijd zijn groots en breedsprakig. Maar boven alles geniaal in taalgebruik en humor.
Een schelmenroman kun je het boek net niet noemen, hoewel de titel “Een Duitse Don Quichot in Spanje” niet zou misstaan. Vigoleis is allesbehalve dom, alleen vist hij op de een of andere manier altijd achter het net. Bovendien is Vigoleis zo goedbespraakt dat Cervantes’ Don Quichot hierbij bleekjes zou afsteken.
Tussen de regels door is het boek ook het verhaal van de opkomst van het nazisme dat uitmondde in de Tweede Wereldoorlog. En het geeft een sfeervol beeld van het leven op het toen al toeristische Mallorca. Een leven tussen zowel Mallorcanen als buitenlanders, die, zeker nadat George Sand en Chopin er hun liefdesnestje hadden gehad, als vliegen op de Spaanse zon afkwamen.
Het is vreemd dat dit boek nu pas in het Nederlands is vertaald, ter gelegenheid van Thelen’s 100ste geboortejaar. In 1953 zag het boek zijn eerste licht bij de Nederlandse uitgeverij Van Oorschot, die het enkel in het Duits uitbracht.
De schrijver, geboren in 1903, groeide op in de grensstreek tussen Duitsland en Nederland. Vandaar misschien zijn belangstelling voor de Nederlandse literatuur waarover hij verschillende artikelen heeft geschreven. Hij probeerde tevens zijn vertalingen van Nederlandse romans uitgegeven te krijgen, welke perikelen in zijn roman Het eiland van het tweede gezichtuitgebreid uit de doeken worden gedaan.
Albert Vigoleis Thelen verbleef van 1931 tot 1936 op Mallorca, waarna hij in 1939 onderdak kreeg bij de mysticus Teixeira de Pascoaes in Portugal waar hij tijdens de oorlog verbleef als banneling. Daar stortte hij zich op Pascoaes’ werk die hij zowel in het Duits als in het Nederlands vertaald heeft, de Nederlandse vertalingen in samenwerking met o.a. de Nederlandse dichter Hendrik Marsman. Van 1947 tot 1954 woonde hij in Amsterdam. Vanaf 1960 woonde hij in Zwitserland. 3 jaar voor zijn dood keerde hij terug naar Duitsland waar hij in 1989 stierf. Naast zijn vele vertalingen en enkele dichtbundels is Eiland van het Tweede gezichtzijn enige roman van betekenis. De eerste aanmoedigingen om deze roman te schrijven kreeg hij van de Nederlandse uitgever Meulenhoff in 1942, het uiteindelijke contract voor publicatie werd echter in 1951 met Van Oorschot gesloten.
Een bevlogen man van de letteren én de taal, zou je kunnen zeggen. En hij kon praten als Brugman want als Het eiland van het tweede gezichtgeen boek was geweest, zou je kunnen zeggen dat de schrijver je de oren van je kop kletst. Daar moet je tegen kunnen. Het is beslist ook geen boek om in één keer uit te lezen. Maar voor wie de geniale schrijfstijl en zijn scherpe humor weet te waarderen, is het een boek waar je aan verslaafd kunt raken. Elke dag een beetje Vigoleis in je leven en je ziet beslist de Mallorcaanse zon.
Albert Vigoleis Thelen – Het eiland van het tweede gezicht (Die Insel des zweiten Gesichts, vert. Wil Boesten) Signatuur, 2004
Leestips
De klassieke Spaanse roman:
Miguel de Cervantes – Don Quichot
Over een ander verblijf op Mallorca:
George Sand – Winter in Mallorca
Van een schrijver die op Mallorca woont:
Augustín Fernández Mallo – Trilogie van de oorlog
Een hedendaags verhaal over ex-pats:
Pieter Waterdrinker – Een Hollandse romance
Over een anti-held in Amerika:
John Kennedy Toole – Een samenzwering van idioten