“Goedenavond, ik ben Tom Lanoye”
Vier humoristische verhalen uit België van een literaire duizendpoot.
Het eerste en tevens titelverhaal Een slagerszoon met een brilletje is semi-autobiografisch en gaat over de slagersfamilie Lanoye bij wie er een kind in aankomst is. Via de twee wereldoorlogen snelt het verhaal naar de geboorte van de schrijver eind jaren ’50. Het is weer een kind dat het slagersvak niet zal voortzetten.
Bij Jules en Alice is een verhaal dat gaat over een schroothandelaar en zijn vrouw. De vrouw komt achter de ware bron van inkomsten van haar man en probeert haar man aan te lijnen. Dit lukt helemaal wanneer hij na een dubbel ongeluk als potplant thuis moet zitten.
Het boek is het haast surrealistische verhaal over een jongen die in ijltempo leert te lezen. Van woorden naar zinnen, naar pagina’s, en tenslotte leest hij in 3 minuten een boek. Wat weer leidt tot de volgende uitdaging: alle boeken ter wereld lezen. Dan struikelt het wonderkind over de bibliothecaris die hij vroeger als kind in de tang had om boeken voor volwassenen te lenen.
Oh land der blinden is een verhaal over twee broers waarvan de oudste omkomt bij een ongeluk. Een jeugdverhaal over de liefde en aanhankelijkheid van 2 zonen uit een slagersfamilie.
Tom Lanoye is naast romanschrijver ook performer, dichter, satiricus, acteur, scenarioschrijver voor film en theater en verhalenschrijver. De verhalenbundel Een slagerszoon met een brilletje was zijn debuutbundel met verhalen in 1985, waarna de succesvolle romans Alles moet weg (1988) en Kartonnen dozen (1991) volgden. De kroon op zijn werk was de Monstertrilogie. (Het goddelijke monster, Zwarte tranen (1999) en Bozen tongen (2002)). Voor het laatste deel van de trilogie kreeg Lanoye onder andere de prestigieuze Vlaamse literaire prijs De Gouden Uil.
Lanoye is een veelzijdig werker die vooral een publiek nodig heeft. Hoewel hij zich in zijn boeken niet direct tot de lezer wendt, lezen zijn verhalen en romans alsof er iemand met veel verve een verhaal vertelt. Over gewone burgers wiens eigenaardigheden hij in het voetlicht zet. Daarnaast schuwt hij zijn fantasie niet zodat er prachtige scènes ontstaan die vaak neigen naar de satirische kant van het Belgische leven. Zelf merkt hij op dat de Belgische werkelijkheid op satirisch niveau zijn boeken ontstijgt. Dat hij door en door Vlaams is bewijzen de vele rellen in zijn carrière: omdat hij een felle tegenstander van het Vlaamse Blok is en omdat hij absoluut raad weet met zijn pen en niet schuwt zijn mening te verkondigen. Zelfs in artikelen over literaire grootheden zoals Hugo Claus of Hubert Lampo steekt hij zijn eigen mening niet onder stoelen of banken. Hij heeft dan ook een goeie humor, maar ook het nodige talent om zijn leefomgeving beeldend neer te zetten. Zijn Belgische collega-schrijver en soms mede-performer Herman Brusselmans kan ver in de melige humor gaan en zelfkritiek tot uiting brengen, in Lanoye’s verhalen schuilt vaker het tragisch komische aspect van het leven. Hij is ook niet voor niets een op handen gedragen bewerker van oude literaire werken uit de Griekse mythologie of die van Shakespeare.
Lanoye’s mengelmoes van humor, literair kunnen, levenstragiek en een goede observator van het Belgische leven maakt dat we niet om deze schrijver heen kunnen. De vier verhalen uit Een slagerszoon met een brilletje stonden aan het begin van zijn carrière. Inmiddels heeft Lanoye zich ruimschoots bewezen in de literaire wereld. Voor iedereen die van verhalen over het kleine leven houdt.
Tom Lanoye – Een slagerszoon met een brilletje, Prometheus, 2003
Van dezelfde schrijver:
Kartonnen dozen
Alles moet weg
Over België:
Hugo Claus – Het verdriet van België
Van andere Belgische schrijvers over het kleine leven:
Eric de Kuyper – De hoed van tante Jeannot
Erwin Mortier – Sluitertijd
Erwin Mortier – Mijn tweede huid