Een nietszeggende donderbui
Argentijnse roman over een dominee, zijn dochter, een automonteur en zijn aangenomen zoon.
Wanneer je een boek met een titel ‘Het onweer’ ziet, denk je waarschijnlijk aan apocalyptische gebeurtenissen. Tenslotte kan onweer allesverwoestend zijn. Als het verhaal zich ook nog eens afspeelt in een afgelegen streek, waar maar een handjevol personages is, dan stijgen de verwachtingen. Hoe prachtig was wel niet de roman De vlucht van Jésus Carrasco, die een totaal verlaten wereld schiep, waar doorheen een oude herder en een jongen op de vlucht hun weg zochten. Daar was de tegenspeler de onbarmhartige zon en een landschap dat al jaren geen druppel water had gezien. Maar kennelijk is het land in Het onweer nog lang niet zo uitgedroogd; het dient slechts als decor.
Een van de personages uit Het onweer is een dominee, wat ook al verwachtingen schept. Dominees en andere geestelijken kunnen heerlijk spannende personages zijn in de literatuur. Denk maar eens aan de groteske zieltjeswinnaar Nathan Price die zelfs zijn familie in gevaar brengt omdat hij per se afgelegen dorpen in hartje Afrika wil bekeren (zie: De gifhouten bijbel van Barbara Kingsolver).
Of lees over de kleurrijke priester Kupido Kakkerlak, een Zuid-Afrikaanse Hottentot die missionaris werd, maar het woord Gods niet kon uitdragen zoals hij wilde. Deze historische prediker werd op fraaie wijze tot leven gewekt door André Brink in De Bidsprinkhaan.
Dankzij deze korte novelle is er weer een nieuwe dominee, die ‘Gods wegen’ wel erg vrij bewandelt. Hoewel dominee Pearson echter niet zo fanatiek overkomt, komen er in het verhaaltje toch een aantal dingen naar boven die je niet echt verwacht van een man Gods. Hij is een zwervende dominee, op reis met zijn dochter Leni, en wanneer ze de Argentijnse provincie El Chaco hebben bereikt, krijgen ze autopech in een dunbevolkt gebied. Ze komen bij automonteur Brauer terecht, ook wel El Gringo genoemd, die belooft de auto weer aan de praat te krijgen. Al wachtende scharrelen de dominee en zijn dochter wat rond de garage en in het dorre landschap, dat op regen wacht. El Gringo leeft met Tapioca, een jongen die ooit bij hem is achtergelaten door een vriendin, en die hier en daar een handje helpt.
De dominee ziet in de jongen een prachtige onbedorven ziel, die hij onder zijn vleugels wil nemen. Zijn dochter blijft zich afvragen waar haar moeder is gebleven en wil het liefst ver weg van haar vader zijn. De automonteur, die al veel in zijn leven heeft gezien, neemt nu het leven zoals het komt en Tapioca, die niet meer van de wereld kent dan de automonteur en zijn garage, heeft niet veel te zeggen.
Samen zitten ze uiteindelijk het onweer uit en tijdens het noodweer lijken er beslissingen te zijn genomen. Wanneer de auto van de dominee weer de weg op gaat, is er één passagier bijgekomen.
Het is op zich een mooi verhaaltje, maar de schrijfster heeft een aantal dingen gemist. Haar personages ontwikkelen zich niet, confronteren je niet met een verrassing en ook het droge landschap bezorgt je geen rillingen. Het onweer, waar de titel naar verwijst, is een gewone bui na een lange, droge zomer, die hoogstens het leven breekt van El Gringo, maar verder net zo snel verdwenen is als het verhaal uit is. En dan ben je wel een beetje teleurgesteld.
Hadden uitgever en vertaler meer met de originele titel gespeeld – El viento que arrasa – dan waren de verwachtingen op een grootse ontknoping tijdens het onweer misschien minder geweest en had men meer van het totale verhaal kunnen genieten. Mijn Spaans is dan weliswaar niet zo goed, maar met een zwiepende wind weet ik wel raad: En de wind veegde het leven voort.
Selva Almada – Het onweer (El viento que arrasa, vert. Adri Boon), Meulenhoff 2014
Leeslinks
Over priesters:
Barbara Kingsolver – De gifhouten bijbel
André Brink – De Bidsprinkhaan
Kim Leine – De profeten in de Eeuwigheidsfjord
Eenzame zielen in een onbarmhartig landschap:
Jésus Carrasco – De vlucht
Cormac McCarthy – De weg