De geschiedenis van de Oekraïne is onlosmakelijk verweven met die van Rusland. Tijdens de Russische burgeroorlog proefde het Oekraïense volk even van hun eigen Volksrepubliek Oekraïne, maar het duurde tot 1991, voordat deOekraïne zich als zelfstandige staat kon uitroepen. Nu staan de Russen wederom te trappelen om dit rijk terug te vorderen. Hier enkele romans die je wat meer over de Oekraïne leren.
Vladimir Zjabotisnki schreef met Afscheid van Odessa een boek vol weemoed over de parel aan de Zwarte zee, tijdens het begin van de twintigste eeuw. Odessa werd in 1794 door Katherina de Grote gesticht, maar is nu de grootste havenstad van de Oekraïne.
Jonathan Safran Foer schreef in Alles is verlicht op humorvolle wijze over trieste jodenvervolgingen die regelmatig in Rusland plaatsvonden, waarbij tal van joodse nederzettingen (sjtetls) werden vernietigd, ook in de Oekraïne.
Pieter Waterdrinker neemt in zijn epos Poubelle de lezer mee op een wervelende tocht door Europa, maar ook naar de strijdvelden in de Oekraïne, waar Oekraïense rebellen en Russische soldaten het op elkaar voorzien hadden en men vocht voor een zelfstandige staat.
Dat vooral de Oekraïense dames het land willen verlaten, blijkt uit twee heerlijk vrolijke boeken: Janet Skeslien Charles beschrijft in Bruid op bestelling hoe een dame toch besluit zich op te geven als bruid om een Amerikaan te trouwen en Marina Lewycka voert in Een korte geschiedenis van de tractor in de Oekraïne een Oekraïense seksbom op, die het voorzien heeft op een oude man en zijn geld, tenminste, dat denken zijn dochters.
Tenslotte hebben de Oekraïense bewoners zelf niet altijd een hoge pet op van hun bestuurders. Zo publiceerde de Oekraïense schrijver Andrej Koerkov een hilarisch portret van een president: De laatste liefde van de president.