Ornela Vorspi – Het land waar je nooit sterft

Voor al uw geslettebak

Albanese jeugdherinneringen.

Ornela Vorspi werd in 1968 geboren in Tirana en ging naar de plaatselijke kunstacademie. Op haar 21ste liet ze Albanië voor wat het was en ging naar Italië, waar ze na de kunstacademie werkte als fotograaf, schilder en videokunstenaar. In haar fotografie is ze o.a. op zoek naar de schoonheid van het vrouwelijk lichaam. Ook later in haar schrijfwerk is het vrouwelijk lichaam sterk vertegenwoordigd.

Want wie de jeugdherinneringen van Ornela Vorspi leest, kan zich niet onttrekken aan het feit dat reeds als kind Vorspi met haar neus op de feiten werd gedrukt van ‘het oude liedje van man en vrouw’. Zo vertelt ze al in het eerste hoofdstuk dat er regels in haar land zijn die allemaal op één stelling zijn gebaseerd: “een mooi meisje is een slet, en een lelijk meisje – arme stakker – niet.”

Haar verhalen draaien dan ook allemaal rond buurmeisjes en buurvrouwen die in de loop van enige tijd verdwenen: ze stierven aan een abortus, ze werden door de staat opgepakt wegens illegale praktijken of ze draaiden de bak in voor de moord op een minnaar (hoewel dit maar een theorie was over de verdwenen Bukuria).

Vorspi verstrengelt het strenge communisme dat het land sinds de Tweede Wereldoolog in haar greep hield, op een haast tragisch-komische manier met het moeilijke leven van mooie vrouwen in Albanië. Want wanneer je mooi en aantrekkelijk was, riep je automatisch problemen over je af.

Als kind begluurde de staat haar als een alomtegenwoordige ‘Uncle Sam is watching you’. Als kind van een mooie moeder en een vader die wegens staatsveiligheid in de gevangenis zat, stond ze vele angsten uit dat ook haar moeder zou worden opgepakt omdat zij als kind misschien iets fout deed. En wat was fout? Briefkaarten met foto’s van engelen mee naar school nemen of suggereren dat er misschien een godsdienst bestond… Vorspi begreep als kind niet veel van haar land: de geheimzinnige staat die machtiger was als je ouders en je zomaar kon doen verdwijnen, mannen die de vrouwen de wet probeerden voor te schrijven en zelf nooit iets deden. En dat rare woord ‘slettebak’, dat je al als klein meisje naar je hoofd kreeg geslingerd, simpelweg omdat je dreigde tot een schoonheid uit te groeien.

Het land waar je nooit sterft geeft aan dat jij altijd zult overleven, een ander misschien niet, maar dat is zijn zaak. Het geeft een haast satirische blik op een maatschappij waar de mannen murw geslagen niets anders te doen hebben dan de godganse dag van hun koffies slurpen en naar de vrouwen kijken. Onder die man-vrouw charade zit een serieus bittere toon over de communistische staat die zijn burgers terroriseerde. Een originele stem over een land waar nog veel te weinig literatuur uit druppelt.

Ornela Vorspi – Het land waar je nooit sterft (Il paese dove non si muore mal,  vertaald uit het Italiaans: Yond Boeke en Patty Krone), Van Oorschot 2008

Leestips:
Van de meeste bekende schrijver uit Albanïe:
Ismail Kadare – De generaal van het dode leger
Nog een boek over een jeugd in Albanië:
Lea Ypi – Vrij: opgroeien aan het eind van de geschiedenis
Over een Russische meisje die het communisme ontvlucht:
Anya Ulinich – Petropolis