Mimi Meester – Hoe de mummies verdwenen uit Wiewerd

Op naar de Friese dorpen

Nederlandse thriller over verdwenen mummies uit een Fries dorp.

Claudia en Anton besluiten met hun kinderen Melle en Max naar het platteland te verhuizen. Hun oog hebben ze laten vallen op een huis in het Friese dorp Wiewerd, waar ze vanuit hun achtertuin uitkijken op het weidse Friese landschap. Anton blijft in Amsterdam werken en is dan ook zelden thuis. Claudia, die tekenen van overspannenheid vertoonde, blijft met de kinderen thuis en zij wordt geconfronteerd met de hechte dorpsgemeenschap die allesbehalve blij is met vreemdelingen in hun dorp.

Deze onvriendelijkheid slaat zelfs om in vijandigheid wanneer blijkt dat de mummies uit de kelder van de kerk zijn verdwenen. Claudia heeft te veel tijd om na te denken en besluit de mummies op te sporen. Ze beweegt zich op glad ijs, want ze ontmoet in het geheim Gert, de knecht van de boer die voor haar als hoofdverdachte geldt. Wanneer Anton denkt dat Claudia nu echt aan het doordraaien is raakt alles in een stroomversnelling en moet Claudia maar bewijzen dat al haar visies en avonturen niet te wijten zijn aan een zware overspanning.

Wiewerd is een bestaand dorp in Friesland dat inderdaad bekendheid geniet dankzij een paar mummies die in de kelder van de dorpskerk liggen. Ze worden in verband gebracht met de labadisten, een religieuze groep die laat 17de eeuw naar het Friese dorpje vluchtte nadat ze al in verschillende steden waren verbannen. Het was niet zomaar een sekte onder leiding van Jean de Labadie, want onder de aanhangers bevond zich een stel gerenommeerde Nederlanders: een wonderkind op gebied van talen en de eerste ooit afgestuurde vrouwelijke studente: Anna Maria van Schurman en een arts op het gebied van verloskunde en orthopedie: Hendrik van Deventer. De aanhangers woonden midden 17de eeuw op de Walta State nabij Wiewerd en velen van hen zijn ook in Wiewerd begraven. Een eeuw later vindt een plaatselijke timmerman 11 doodskisten in de kelder van de kerk met daarin perfect bewaarde lichamen: de mummies van Wiewerd. De wetenschap heeft nog steeds niet kunnen verklaren welke omstandigheden hebben geleid tot het mummificeren, noch is duidelijk of de lichamen afkomstig zijn van de labadisten of de rijke familie Walta die toen de labadisten onderdak gaf. Feit is wel dat in de loop der geschiedenis het aantal mummies slonk van 11 naar de huidige 4 die nog steeds te bezichtigen zijn in de kerk van Wiewerd.

Maar daar gaat dit boekje met het predikaat literaire thriller niet over. Het schrijversduo Sabina van den Berg en Maarten Meester, zij schrijfster, hij journalist, verenigden zich zoals ook het beroemde thrillersechtpaar Nicci French, in Mimi Meester en schreven een boekje dat weinig originele kanten kent.

Wanneer je nog nooit van Wiewerd hebt gehoord, van de mummies en van de labadisten is het natuurlijk interessant om te leren dat het platteland van Friesland zulke schatten kent. Het leerzaamste feit is dan ook dat een bekend oud Hollands kinderliedje geschreven was op Jean de Labadie, de aanvoerder van de Labadisten: “D’r kwam ene boer uit Zwitserland, kadee, kadolleke, keda, En die had ene ezel aan zijn hand, labberdie, labberda, labberdonia”.

In plaats van achter de mummies aan te gaan die in de loop van de geschiedenis uit het kerkje zijn ontvreemd, worden nu de laatst overgebleven mummies gestolen uit de kelder. En alsof Friese boeren zelf niet kunnen speuren, wordt er een stel Amsterdammers ten tonele gevoerd die deze verdwijning moet oplossen. Weinig origineel, want die plattelandse stedelingen kennen we al van Saskia Noorts Eetclub een boekje met veel geschreeuw en weinig wol.

De aanloop van het verhaal belooft al niet veel goeds. De steedse juffer die zich verveelt en zich niet thuis voelt in het dorp is niet bepaald een innemend karakter die naarmate het verhaal vordert zelfs steeds ongeloofwaardiger wordt. Zo’n zeurderig typetje dat zich opeens ontvouwt als een vrouwelijke James Bond wanneer ze een Harley Davidson onder haar kont voelt. Niet helemaal geloofwaardig en al helemaal niet goed beschreven. Van deze ‘literaire thriller’ mag het eerste woordje van de ondertitel worden geschrapt.

Het schrijversduo Mimi Meester had wat kritischer op elkaar moeten zijn. De stijl is niet literair, het onderwerp is niet origineel. Tegenwoordig lijkt elke naar het platteland geëmigreerde stadsbewoner van Nederland wel literaire thrillers te kunnen schrijven. Is het de verveling tussen het allesomvattende groen die al deze ‘would be’ schrijvers zo aan het pennen zet? Een merkwaardige hype in literatuurland…

Het enige pluspunt van het boek is dat het tweede woordje ’thriller’ van de ondertitel mag blijven staan. Ondanks de soms ongeloofwaardige gebeurtenissen wordt het verhaal steeds spannender. En dat is uiteindelijk het doel van een thriller. Tenslotte is ieder mens nieuwsgierig en ook al is Claudia allesbehalve een boeiende hoofdpersoon, je bent toch wel benieuwd wie de mummies heeft ontvreemd, wie de koster heeft vermoord, of Claudia’s huwelijk nog wel stand houdt, of Gert wel te vertrouwen is en wie die geheimzinnige motorduivels zijn.
Een ideaal boek voor stadsbewoners die naar het platteland zijn verhuisd.

Mimi Meester – Hoe de mummies verdwenen uit Wiewerd, Vassallucci, 2005

Leestips
De andere ‘steedse plattelands’-thriller:
Saskia Noort – De eetclub
De Engelse variant:
Julie Myerson – Hier gebeurt nooit wat
Nog meer Nederlandse debuutthrillers:
Corine Kisling – Afgrond
Marion Pauw – Villa Serena
Stedelingen die het platteland wel weten te waarderen:
John Mcgahern – Aan het meer
Schrijvende boeren:
Emilie Carles – Een soep van wilde kruiden
Anna Wimschneider – Herfstmelk
Peter Kerr – Brandnetelsoep