Moord, doodslag en joden in het koude Alaska
Amerikaans detective-verhaal spelende in een fictieve joodse staat in Alaska.
Het meest succesvolle boek tot nu toe van Michael Chabon is De wonderlijke avonturen van Kavalier & Clay (2000), waarvoor hij de Pulitzer Prize ontving. Het is een originele roman over twee vrienden die de stripwereld ingaan in de jaren ’30 en ’40 in New York.
Chabon’s nieuwste boek, De jiddische politiebond, is van hetzelfde hoge niveau als Kavalier & Clay. De historische aspecten van New York en de stripwereld zijn vervangen door een uitgebreide beschrijving van een totaal fictieve joodse stad: Sitka, in Alaska.
Chabon’s ficiteve geschiedenis wil dat aan het einde van de Tweede Wereldoorlog de joden, die de massaslachtingen hadden overleefd, niet terecht konden in Israël omdat het niet was gelukt deze staat van de grond te krijgen, maar in Sitka, waar Amerika een soort satelietstaat had gecreëerd om de joden op te vangen.
In deze joodse enclave wordt voornamelijk jiddisch gepraat en ja, ook de politie is jiddisch. Eigenlijk is deze roman geen verhaal over een politiebond, maar over politie-inspecteur Meyer Landsman. En is het geen roman, maar een pure, zwarte politie-thriller. Meyer Landsman kan zich makkelijk meten met detectives zoals Philip Marlow of Colombus: een aan lager wal geraakte politie-inspecteur die het drinken probeert te verleren, die zijn ex vrouw probeert te vergeten, die het leven alleen niet aankan en daarom veel met zijn vriend, collega en half-indiaan Berko omgaat.
Landsman heeft het hart op de goeie plek, maar kent geen mededogen met een ieder die niet rechtvaardig handelt. En dat zijn er veel in Sitka. Vooral wanneer Meyer Landsman de moord probeert op te lossen van een junk die in hetzelfde sjofele hotel woonde als Landsman zelf. De junk echter bleek een zoon van de machtige rabbi Heskel Sjpilman, die de macht heeft in een wijk van Sitka waar zelfs Meyers collega Berko niet graag alleen rond zou willen snuffelen. Het duo negeert de bedreigende blikken van de gevaarlijk uitziende yids, en stellen de rabbi hun vragen. Wat is er met zijn zoon gebeurd, dat deze in een armoedig hotel eindigde met een kogel in zijn kop?
De zoektocht naar de moordenaar brengt Meyer niet alleen naar James Bond-achtige decors, maar de zoektocht wordt ook nog eens van hogerhand tegengehouden. En ook het feit dat Landsman’s ex-vrouw Bina opeens zijn chef wordt, helpt zijn zoektocht in het begin ook al niet.
Een spannend plot ontvouwt zich temidden van de eigenzinnige wereld die Michael Chabon voor dit boek heeft gecreëerd. Niet alleen speelt het verhaal in een joodse fictieve staat, er is een schaakclub met volop duistere figuren, een kandidaat voor de messias, die om de zoveel jaar zou kunnen opstaan, een psychiatrische inrichting met wel erg veel gewapende bewakers en een terroristisch complot. Tijdens het begin van het verhaal waan je je in de donkere jaren 40-50, maar wanneer het verhaal eindigt, in een tijd waarin grote terroristische aanslagen dreigen en plaatsvinden, krijg je toch het gevoel dat we in de hedendaagse tijd zijn beland.
Tegen de achtergrond speelt de dreiging dat het binnen twee maanden gedaan is met de jodenstaat Sitka, omdat volgens de afspraak dan Amerika de regering van het land weer overneemt. De joodse inwoners hebben geen idee hoeveel joden er dan mogen blijven. Landsman weet niet wat hij dan gaat doen en of hij zijn baan nog wel zal behouden. Veel vrienden van hem maken emigratieplannen: de joden raken weer op drift.
Zomerland, de in 2003 in Nederlands vertaalde roman van Michael Chabon, werd, een beetje à la Tolkien, bevolkt door de meest bizarre wezentjes. Het was meer een boek voor kinderen dan voor volwassenen. Ook met De jiddische politiebond heeft Chabon zijn fantasie weer goed op de loop gelaten en een soort jongensdroom verwezenlijkt: een politiethriller geschreven. Want dit keer is het echter wel een wereld voor volwassenen geworden. De toon is zwart, het land is koud, maar Chabon’s humorvolle beschrijvingen van de wonderlijke avonturen van Meyer Landsman, en de bewoners van Sitka die hij ontmoet, geven het verhaal een frisse ondertoon.
Degene die de joodse gebruiken goed kennen, zullen nog meer plezier aan het verhaal beleven, omdat Chabon veel inspeelt op de joodse cultuur. Maar ook voor de leken onder ons bevat het boek genoeg stof om plezier aan te beleven. Met De jiddische politiebond heeft Michael Chabon weer eens bewezen dat hij niet alleen een groot schrijver is, maar ook originele verhalen kan vertellen. Deze roman is bijzonder origineel, niet altijd vloeiend maar met levendige pen geschreven en Meyer Landsman is een bijzonder innemende politie-inspecteur, die zowel gewone romanlezers als thrillerliefhebbers zal weten te boeien.
Michael Chabon – De jiddische politiebond (The Yiddish Policemen’s Union, Christien Jonkheer & Gerda Baardman), Anthos/Manteau 2007
Leeslinks
Van dezelfde schrijver:
De wonderlijke avonturen van Kavalier & Clay
Zomerland
Heren van de weg
Telegraph Avenue
Maangloed