Het Beest van de Dominicaanse Republiek
Historische roman over een dictator van de Dominicaanse Republiek: Rafael Léonidas Trujillo.
Urania Cabral is na 35 jaar terug in de Dominicaanse hoofdstad Santo Domingo de Guzmán, wat vroeger Ciudad Trujillo heette. Met onzekere stappen loopt ze door de straten uit haar jeugd, die soms wel, soms niet zijn veranderd. Na een paar dagen durft ze het eindelijk aan en brengen haar benen haar naar haar ouderlijk huis, waar haar vader, die na een beroerte in een rolstoel terecht kwam, door een verpleegster wordt verzorgd.
Augustín Cabral was onder het regime van Trujillo (1930 tot 1961) minister, maar kan nu geen woord meer zeggen. Urania neemt de tijd haar vader te bekijken en hem onder vuur te nemen, totdat haar tante komt, die haar eindelijk haar verhaal laat doen over waarom ze zo lang haar vader, haar hele familie en haar vaderland de rug had toegekeerd.
Rafael Léonidas Trujillo, ook wel de Baas of El Generalísimo genoemd, heeft alles in een wel zeer ijzeren hand, behalve zijn prostaat, die hem op de meest onmogelijk tijden een natte broek geeft. Hij verdeelt met mate zijn gunsten over zijn ministers, maar test ze ook uit om te zien of ze nog goed functioneren en hem wel trouw zijn. Een van zijn vele zorgen, buiten de boycot van de Verenigde Staten, zijn de 2 nietsnutten van zonen, Ramfis en Radhamés, die alleen maar goed met drank, hoeren en polo om kunnen gaan. En dan is er nog de kwestie van de katholieke kerk die zich openlijk tegen zijn regime heeft gekeerd…
Op een avond in 1961 op de weg naar San Cristobál staat een blauwe Chevrolet met gedoofde lichten te wachten. Erin zitten 4 mannen, die nerveus hun levens overdenken en proberen te achterhalen hoe het komt dat ze nu op deze weg naar San Cristóbal ‘De Baas’ staan op te wachten. Een eindje verderop staat nog een auto te wachten in de duisternis, en nog wat verder nóg een auto…
De Peruaanse schrijver Mario Vargas Llosa, die naast García Márquez tot een van de grootste Zuid-Amerikaanse schrijvers behoort, heeft jaren onderzoek gedaan naar deze dictator en zijn regeringsperiode. Gespecialiseerd in aanklachten tegen militaire regimes, politieke correctheid, onderdrukking, geweld en racisme, was dit een studie in zijn eigen straatje. Bijna al zijn boeken gaan over foute regimes of militairen. Hijzelf heeft ook de militaire academie in Lima gedaan.
Ondanks zijn specialisatie en het hart dat hij de goede zaak toedraagt, werd dit boek niet door alle Dominicanen met groot gejuich ontvangen. Toen Vargas Llosa na de publicatie van dit boek een bezoek bracht aan de Dominicaanse Republiek, waren het vooral de overlevenden van de families van de mannen die ‘El Generalísmo’ hadden vermoord, die massaal afwezig waren bij een toespraak van Vargas Llosa: worden hun zo vereerde helden, die zo duur betaald hebben voor hun aanslag, in het boek niet té menselijk afgeschilderd als dronkaards en mannen die hun vrouwen slaan? Ook een groot aantal andere Dominicanen had bedenkingen: opeens wordt hun vuile was van een periode die ze het liefst zo diep mogelijk wegstoppen na zoveel jaren buiten gehangen.
Want als we Vargas Llosa mogen geloven: het was niet alleen de dictator die er een zooitje van maakte in dat Caraïbische land: het slachten van Haïtianen, het verklikken van helden en de strooplikkerij werd ook op grote schaal door het volk beoefend. Maar wat Vargas Llosa juist in zijn boek laat zien is hoe een volk reageert onder de druk van zo’n militair regime. Toch geeft hij ook duidelijk aan dat er Trujillisten waren in hart en nieren, zoals de vader van Urania. Of dat mensen zich pas begonnen te verzetten nadat hun persoonlijk leed was aangedaan.
Het verhaal geeft veel stof tot nadenken en het is goed voor te stellen dat niet alle Dominicanen echt stonden te springen om dit boek, dat uit drie delen bestaat: het ‘fictieve’ deel over Urania, de op historische feiten gebaseerde verhalen over Trujillo en het deel over de mannen die de aanslag pleegden. Het geheel is spannend opgezet, ben je eenmaal ingeburgerd in de ‘who is who’. Want dat is een klein minpuntje in het boek: iedereen wordt met naam en toenaam genoemd, waardoor het zeker in het begin een beetje wennen is aan deze toevloed van namen en functies. En ook al weet Vargas Llosa het mooi te brengen, is het verhaal spannend, toch riekt het soms naar een puur opnoemen van feiten. Kon hij in boeken zoals Pantaléon en Het groene huis, mensen enorm te kakken zetten, hilarische scènes uit zijn pen toveren, surrealistische beelden oproepen zoals in zijn beroemde boek De oorlog van het einde van de wereld, dit boek doet deze keer een beetje droog aan. Je moet maar net je geschiedenis goed op een rijtje hebben over Cuba, Fidel Castro, de Varkensbaai en iedere andere idioot die in die tijd dictatortje speelde in andere Zuid-Amerikaanse landen. Of de politiek van Amerika goed kennen.
Een speciale plaats in het boek krijgt de onder Trujillo marionetten-president Joaquín Balaguer, die een rol op de achtergrond speelde, maar op het juiste moment er met de grote buit vandoor ging: hij werd echt president. En wel tweemaal (1966 – 1978 en 1986 – 1996). Misschien was Balaguer de slimste van het stel, en ook wel zo wijs om geen woord commentaar op dit boek te leveren. Toch komt er een zweem van bewondering te voorschijn uit het boek over deze president; niet alleen was hij literair ingesteld, haatte hij drank, ging hij niet achter de hoeren aan en was hij een vroom man, hij wist ten tijde van crisis alle partijen goed te bespelen. Mario Vargas Llosa was overigens presidentskandidaat voor Peru in 1990, maar werd verslagen door de van Japanse afkomst zijnde president Alberto Fujimori.
Het feest van de bok is een spannende weergave van een vreselijke dictatuur: weer een sterk boek van Vargas Llosa’s hand, zowel voor geschiedenisliefhebbers als voor mensen die van drama en spanning houden.
Mario Vargas Llosa – Het feest van de bok (La Fiesta del chivo, vert. Arie van der Wal), Meulenhoff, 2000
Boekenlinks:
Van Mario Vargas Llosa:
Het ongrijpbare meisje
Het groene huis
Pantaléon
De oorlog van het einde van de wereld
Het groene huis
De geesten van de Andes
Nog meer over Trujillo:
Junot Diaz – Het korte maar wonderbare leven van Oscar Wao
Over de drie zusjes Mirabal die door Trujillo werden gedood:
Julia Alvarez – In de tijd van vlinders