Zo vader, zo zoon
Opmerkelijke Portugese familieroman over drie generaties in Lissabon.
De eerste man die overleed tijdens een van de wedstrijden van de Olympische Spelen, was de Portugese Francesco Lázaro, die in 1912 aan de Olympische marathon in Stockholm deelnam en aan de hitte ten onder ging. Het is het enige non-fictieve aspect van de roman. De beschrijving van de laatste kilometers van deze marathonloper vormen een van de sterke punten van deze roman.
Er zijn nog meer opvallende punten in deze sfeervolle, prachtige roman over een timmermansfamilie uit Lissabon. Allereerst is het is niet altijd makkelijk vast te stellen wie aan het woord is om het verhaal te vertellen, waardoor de tijden regelmatig door elkaar heen lopen. Daarnaast wordt er bijna geen verhaal afgerond, maar slechts momenten uit de familiegeschiedenis aangetipt, die gaan over hoop, liefde, verdriet, scheiding en verlangen.
Een van de belangrijkste gebeurtenissen uit de familiegeschiedenis is de deelname van de grootvader aan de marathon van de Olympische Spelen in Stockholm. Terwijl Francisco Lázaro na ettelijke kilometers voor altijd in elkaar stortte, zette zijn vrouw zijn familie voort door de geboorte van een zoon, de nieuwe Francesco. Deze cyclus van dood en geboorte is eigen aan de Francesco’s. Wanneer de zoon overlijdt, wordt meteen een nieuw kind geboren.
Naast de familie staat de timmermanswerkplaats centraal. In het verleden werden er vooral piano’s gerestaureerd, waarvoor zelfs een grote kamer was ingericht met oude piano’s, die in nieuwe onderdelen konden voorzien.
De jongste telg van de familie die de timmerwerkplaats heeft overgenomen, komt pas later tot de ontdekking wat voor een louterende kracht deze stoffige pianokamer heeft en hoe fijn het is om piano’s nieuw leven in te blazen. Het pianokerkhof is dé plek voor geheime zoenen, het is een plek om na te denken, om tot rust te komen, voor de kinderen een mysterieuze plek om te spelen, voor de timmermannen een plek waar nieuw leven kan worden gevonden.
Het is niet makkelijk en ook niet nodig, om uit dit boek een chronologische geschiedenis van de familie Lázaro te destilleren. De momenten van liefde en ontrouw, verdriet en vreugde, hoop en leven wisselen elkaar af zoals bij elke familie. Een gekke tante, een vrouw die haar huwelijk probeert te redden, een man met losse handjes, een verstoten broer, een weduwe die de liefde nog steeds niet heeft afgezworen, een oom met alcoholproblemen, ze vormen het kleurrijke mozaïek van de familie Lázaro.
Het verhaal is boven alles bijzonder sfeervol. Lome middagen, regenachtige morgens, de hete zon in de straten van Lissabon, uren wachten achter het raam, heldere koude hemels, ze maken dit boek tot een literaire film waarin we de karakters met veel uitdrukking in slow motion over het scherm zien schuiven.
Het zijn telkens kleine scènes, die uiterst minutieus worden beschreven, maar die tezamen de bouwstenen vormen van de familiegeschiedenis. José Luís Peixoto is een meester in vertellen, met zoveel aandacht voor de details, met zoveel liefde voor zijn karakters, met zo’n krachtige beeldspraak, dat je het hem vergeeft dat je niet altijd weet wie er aan het woord is in het verhaal. De sfeer in dit boek zal als een film blijven hangen nadat je erin gelezen hebt, mede dankzij de mooie vertaling van Piet Janssen.
Peixoto’s vorige, in Nederlands vertaalde, roman De blik kreeg in 2001 de prestigieuze José Saramago-Prijs.
José Luís Peixoto – Het pianokerkhof (Cemitério de Pianos, vert. Piet Janssen), Meulenhoff 2008.
Leeslinks
Net zo krachtig en sfeervol geschreven:
Jon McGregor – Als niemand over opmerkelijke dingen spreekt
Jon McGregor – Vele manier om te beginnen
Madeleine Thien – Zekerheid