Op weg naar de revolutie
Engelse roman over drie belangrijke mannen uit de Franse revolutie.
Zou Hilary Mantel een schilder zijn geweest, dan had ze vast behoord tot het pointillisme. Mantel schikt haar woorden en zinnen als een schilder die kleurige punten op zijn doek zet, totdat de contouren naar voren springen en alles één geheel is geworden.
Deze techniek heeft ze met groot succes verfijnd in de romans over Thomas Cromwell, Wolf Hall en Het boek Henry, boeken die lezen als een achtbaan: wanneer je eenmaal instapt, laat de woordenstroom je niet meer los. Ik was een beetje teleurgesteld dat niet het derde deel over deze Engelse politicus uitkwam, maar een vroeger werk van Mantel, ditmaal een boek over drie heren bekend uit de Franse revolutie.
De koninklijke intriges rond het hof van Hendrik VIII in de zestiende eeuw laten we dus nog even wachten, om ons in het opstandige gewoel van Parijs in de achttiende eeuw te storten, waar we de levens van Maximilien Robespierre, Camille Desmoulins en Jacques Danton gaan volgen. Op z’n ‘Mantels’ natuurlijk, want deze eerste roman die ze al in 1993 voltooide, is de wieg van haar beruchte stijl: net als in de Cromwell-boeken worden we een maalstroom van kleine anekdotes ingetrokken, die je van het Franse platteland naar de stad, van Troyes, Versailles naar Parijs sleuren, van eenvoudige huizen naar rechtbanken, straten, winkels en parken. Én, meestal zonder enige aankondiging, van de ene naar de andere persoon in een duizelingwekkend makende snelheid.
Zo rijgen de verhalen zich aaneen over de hoofdpersonen: over hun ouders, jeugd, liefdes, de schuchtere eerste stappen in de politieke wereld, discussies in cafés, pamfletten, ruzies en achterklap, maar ook over de streken van koning Lodewijk XVI en zijn geldverspillende vrouw Marie-Antoinette en iedereen die een rol speelde in die revolutionaire tijd.
Zo’n grote historische gebeurtenis staat niet op zichzelf: een revolutie wordt opgebouwd uit oncontroleerbare deeltjes en juist de factoren die ertoe leidden dat er geschiedenis wordt geschreven, fascineren Mantel: intriges, afkomst, meningen, liefde, verraad, zoveel verhalen die voorafgaan, zoveel verschillende mensen die radertjes aan het werk zetten, het is een immens wild stromende rivier die elk moment buiten zijn oevers kan treden.
En wederom is dit boek – het eerste deel tenminste, want in Nederland verschijnt het in drie delen – een soort achtbaan waar je instapt en waaruit je pas weer komt wanneer het rad zijn ronde heeft gemaakt. Maar net zoals bij de twee boeken over Cromwell, die overigens behoorlijk meer bladzijdes bevatten, heb je het idee dat het rad stilstaat terwijl je cabine ergens bovenaan het wiel bungelt en je moet wachten totdat de storing is opgelost. Ik lees geen Mantel-reeksen meer totdat ze compleet zijn, want niets is meer frustrerend dan een boek te moeten dichtslaan bij de dag dat Cromwells beste dagen zijn geteld, of aan de vooravond van de revolutie.
Want een boek van Hilary Mantel lezen betekent ook veel investering van je leesvermogen. Haar stijl is adembenemend maar met een moeilijk ritme en de verhalen zijn zo rijk aan personages dat je pas halverwege de boeken, wanneer je het ritme van haar stijl te pakken hebt, de personages begint te herkennen. Moet je jaren wachten op het vervolg van Cromwell, dan ben je dat alles weer vergeten en zou je de boeken van voren af aan moeten lezen. En zo lijkt het ook te gebeuren met deze reeks over de Franse revolutie, alhoewel Mantel dat boek al heeft voltooid. Een minpuntje dus voor degene die heeft besloten dit boek in drie delen uit te geven.
Er is nog een minpunt. Mantel heeft de tijd van de revolutie als een chaos willen beschrijven waaruit zich stemmen verhieven die aanzetten tot de volksopstand. Maar eerlijk gezegd is het verhaal ook een beetje chaotisch en is het in dit boek lang niet zo goed gelukt de vele kleine scènes tot één geheel te krijgen. De grote brij van woorden en vertellingen blijven vlak en verworden niet tot een verhaal dat je bij de lurven grijpt, zoals dat van Cromwell. Missen we het cynisme en de fatale verraders van het Engelse Hof, waren de revolutionairen minder kleurrijk, of is Mantel nog aan het sleutelen aan haar stijl die zo werd geprezen in de Cromwell-boeken? Ik vrees dat het laatste het geval is: haar personages komen net niet genoeg uit de verf om je als een vuist in de maag te treffen.
Natuurlijk blijft het lezen van een Mantel-boek, zoals deze Franse revolutie-trilogie, een groot avontuur vol mooie, beeldende zinnen en beland je midden in de toen nog modderachtige straten van Parijs tezamen met het ploeterende volk en de adelen die zich onaantastbaar achtten, verneem je met verbazing de almaar stijgende broodprijzen en de uitgaven van een frivole koningin en dringt het tot je door hoe opruiend de communicatie met pamfletten in die tijd werkte. Maar Robespierre, Camille en Danton blijven in het gewoel steken, waardoor je minder halsreikend uitkijkt naar het vervolg. Toch zal ik naar alle waarschijnlijkheid eerst gaan lezen hoe deze heren ten ondergaan in de geschiedenis en dan wordt het toch de hoogste tijd om te vernemen hoe Mantel Cromwell ten val brengt.
Hilary Mantel – Een veiliger oord. Deel 1: Vrijheid (A Place of Greater Safety, vert. Ine Willems) Signatuur 2014
(Ik heb mezelf er later niet toe kunnen brengen de andere 2 delen te lezen: Gelijkheid en Broederschap).
Leestips
Van dezelfde schrijfster:
Voorbij het zwart
Wolf Hall
Het boek Henry
De spiegel & het licht