Klassieker of hippie-literatuur?
Duitse roman over de tweedeling van de mens.
Harry Haller is 48 jaar wanneer hij na vele omzwervingen zich in een voor hem onbekend Duits stadje vestigt. Hij heeft geen familie meer (zijn vrouw heeft hem verlaten) en hij heeft geen werk meer. Hij is behoorlijk depressief, vertwijfeld en eenzaam. Aan de ene kant is hij gehecht aan zijn burgerlijke kanten, aan de andere kant streeft hij naar de meer vrijere kant van kunst en filosofie. Hij raakt zo diep in crisis dat hij besluit zelfmoord te plegen op zijn 50ste verjaardag.
Maar dan ontmoet hij Hermine, die hem weer leert leven, lachen en dansen. Deze gelegenheidsprostituee laat Harry zien dat het geluk onder ieders bereik ligt, als je het maar zoekt. Toch waarschuwt ze Harry dat er een dag komt dat Harry haar moet doden. Harry beseft dat een mens twee kanten kan hebben en leert ermee te leven. Hij leert minder hard tegen zijn leven aan te kijken en meer te genieten van wat het leven te bieden heeft.
Het boek was niet zozeer inhoudelijk opmerkelijk voor die tijd (1927), maar ook opmerkelijk omdat de drie delen van het verhaal heel verschillend van stijl zijn, met diverse verhaalperspectieven: Het eerste deel bestaat uit een voorwoord van de (fictieve) uitgever, Harry Haller zelf komt aan het woord en als derde partij is er ‘Het traktaat van de steppewolf’ waarin een objectieve beschouwing over de steppewolf. Het gaat over het innerlijk moeizame leven van Harry.
In het tweede deel ontmoet Harry Hermine, Maria en Pablo en ziet hij dat er ook andere manieren zijn om van het leven te genieten. In het derde deel verandert Harry in een nieuw mens, in een benedenzaal van een theater, waarbij wordt gerefereerd aan De goddelijke komedie van Dante.
De steppewolf is de meest autobiografische roman van de Duits/Zwitserse schrijver Hermann Hesse (1877 – 1962). De hoofdpersoon Harry Haller wordt ook de alter ego van Hesse genoemd. Net als Haller was Hermann Hesse regelmatig depressief, zijn eerste vrouw was psychotisch, een van de redenen waarom hun huwelijk stukliep, Hesse was tegen oorlog en voor hij zijn roman schreef, publiceerde hij voornamelijk dichtbundels. De invloed van een van Hesse’s lievelingsschrijvers, Goethe, is sterk aanwezig in De steppewolf.
Hermann Hesse werkte voordat hij schrijver werd in boekhandels. Dankzij zijn slechte ogen kwam Hesse niet in het leger ten tijden van de Eerste Wereldoorlog, maar werkte hij wel als vrijwilliger voor de soldaten. Hij stuurde ze literatuurpaketten. Na de Eerste Wereldoorlog kregen zijn artikelen, die in diverse kranten werden gepubliceerd, een steeds groter anti-nazistisch karakter, wat hem steeds meer kritiek opleverde tot hij tenslotte nergens meer kon publiceren. In 1937 werden zijn boeken officieel niet meer verkocht. Ondanks dat hij in 1946 de Nobelprijs voor literatuur kreeg, bleef een groot deel van de Duitse pers van oordeel dat zijn boeken niet echt bevlogen waren.
Hermann Hesse’s grote succes kwam pas na de Tweede Wereldoorlog toen de jeugd hem ontdekte. In de 60er jaren werd Hermann Hesse opeens zo populair in Amerika, dat hij een van Duitslands meest vertaalde schrijvers werd. De hippie-beweging had de Duitse schrijver ontdekt, dankzij Hesse’s afkeer van oorlog, zijn deels anti-burgerlijkheid en zijn openstaan voor oosterse godsdiensten.
Het hoofdthema in Hermann Hesse’s romans is innerlijke groei. De steppewolf is Hesse’s meest beroemde boek. Maar ook Demian (1919), Siddharta (1922), Narciss en Goldmund (1930) en Het kralenspel (1943) werden heel populair.
Hermann Hesse – De steppewolf, 1927 (Der Steppenwolf, vert. Pieter Grashoff) De Bezige Bij, 2006