Over een Chinese spotprententekenaar
Sociale Chinese satire over een arbeider die kunstenaar wilde worden.
Shao Bin werkte als onderhoudsmonteur bij de Oogsttijd Kunstmestfabriek in het communestadje Bivaksfort, vlakbij de stad Goud. Toen de nieuwe appartementen in het Arbeiderspark werden toegewezen, bevond Bin zich niet onder de gelukkigen, terwijl hij toch al zes jaar in één kamer woonde met zijn vrouw Meilan en hun dochtertje Shanshan. Daarin moesten ze koken en slapen en als Meilan met hun dochtertje sliep, had Bin eindelijk de ruimte om zich aan zijn hobby te wijden: kalligrafie en schilderen.
Hij was bitter teleurgesteld om geen nieuw huis toegewezen te krijgen en vanaf die dag zon hij op wraak, want hij vond dat degenen die een ruim 2-kamer appartement hadden gekregen, er minder recht op hadden dan hij; zij hadden vast de leiders van de fabriek, Liu en Ma, omgekocht.
’s Nachts toen hij de slaap niet kon vatten, pakte hij zijn inktstaafje en zijn inktsteen en toen de inkt klaar was, pakte hij een penseel van wezelhaar en begon te tekenen. Het werd een prachtige spotprent van secretaris Liu en secretaris Ma, met de titel ‘Gelukkig is de familie met macht’. Hij stuurde de tekening naar het ‘Dagblad van Lüden’ en toen het gepubliceerd was, stond hij even midden in de belangstelling van de fabrieksarbeiders. Maar niet voor lang, want Liu en Ma lieten niet zomaar met zich spotten. Dit was het begin van een bittere propaganda-oorlog tussen de secretarissen die een grote mond hadden en Shao Bin die met pen en papier het onrecht van de maatschappij te lijf ging.
Het is een mooie Chinese roman over een man die gevangen zit in het web van communistische regeltjes en zich hieruit probeert te bevrijden. Begon Bin’s ontevredenheid over een klein huis, al snel werd hij zich bewust van zijn gaven om pen en papier te beheersen met kalligrafie en tekeningen en wilde hij deze gave aanwenden in zijn werk. Maar helaas, de heren secretaris Liu en Ma van de Oogsttijd Kunstmestfabriek waren zo verbolgen over de opstand van Bin, die ze als een idioot afschilderden tegenover zijn collega’s, dat ze er alles aan deden om Bin in wat hij ook aan geweldigs ondernam om uit de fabriek te komen, te dwarsbomen. En zo ontstond een vete die als een kring rond een druppel water in een vijver steeds groter en groter werd en zichtbaar werd tot zelfs in Peking.
De schrijver Ha Jin (pseudoniem voor Jin Xuefei) studeerde literatuur in Amerika ten tijde van de gebeurtenissen op het Plein van de Vrede te Bejing (1989). Na deze bloedige rellen wilde hij niet meer terug naar China en werd later officieel Amerikaan. Hij geeft nu les op de universiteit van Emory, Atlanta.
Hij schrijft over de kleine mensen die moeten vechten voor een beetje levensruimte in de zwaar van regels bezwangerde Chinese communistische maatschappij. Ging zijn in Nederland reeds eerder verschenen boek Wachten over een man die van zijn vrouw wilde scheiden, maar in eindeloze procedures verzeild raakte, in Uit het gareel vinden we een hoofdpersoon die zijn gave wil aanwenden om de maatschappij te dienen, maar hier niet de kans toe krijgt. China staat bekend om zijn ambtenarij die alles nodeloos ingewikkeld maakt, maar wat niet typisch Chinees is. Reeds in 1926 werd Het Slot van de Tsjechische schrijver Franz Kafka gepubliceerd, waarin een landmeter hopeloze stappen moet ondernemen om in een stadje te mogen wonen en werken en ook dit fenomeen is niet geheel onbekend in socialistische landen zoals Sri Lanka en India, Egypte of Rusland.
De in het westen gepubliceerde moderne Chinese literatuur gaat veelal over de misstanden en ellende voortgevloeid uit de Chinese Communistische Revolutie zoals de bestseller Wilde Zwanen van Jung Chang. Ook Ha Jin klaagt in dit boek zijn vroegere regering aan: het land wordt geregeerd door onbetrouwbare lieden. Maar de grote gave van Hin is dat hij het klein houdt en een evenwicht vindt tussen mopperen en een verhaal vertellen over een onderwerp dat zo oud is als de wereld: menselijke relaties. Shoa Bin is een man die niet zozeer in opstand komt tegen het communisme, maar eerder tegen zijn bazen die hij verdenkt van corruptheid, waarop de bazen met hun autoriteit Bin in een slecht daglicht proberen te stellen. Door Jin’s mooie simpele schrijven en zijn rijke humoristische uitbeelding van een Chinese plattelandscommune is het verhaal tot een sociale satire geworden, dat je met een traan en een glimlach leest. Ook in China zal het recht zegevieren.
Ha Jin – Uit het gareel (In the Pond, vert. Manon Smits), De Geus, 2002
Leeslinks
Van dezelfde schrijver:
Wachten
De waanzinnige
Kritiek op China:
Ma Jian – De noedelmaker
Over een ambtelijk doolhof:
Franz Kafka – Het Slot