Garrett Carr – De jongen van zee

Een onvervalst levenslied

Ierse roman over een visser, zijn vrouw en twee zoons.

Na het lezen van het donker gekleurde verhaal Grace van Paul Lynch over een hongerend Ierland, sprong ik meer dan een eeuw door de Ierse geschiedenis en kwam uit in het veel luchtiger 1973. De jongen van zee van de Ierse schrijver Garrett Carr speelt in het vissersdorpje Killybegs in Donegal, dat tegenwoordig de grootste vissershaven van Ierland heeft met de modernste vistrawlers, enkele vrachtboten en zelfs cruiseschepen. In het jaar dat de roman aanvangt was Killybegs nog een kleine gemeenschap met bescheiden viskotters, meestal in familiebezit.

Het geschenk van de zee

We beginnen met een klein wonder dat doet denken aan het bijbelverhaal over Moses. Op een afgelegen strand komt een halve plastic ton aan gedobberd met een stevig ingestopte baby. Hij wordt opgepikt door een lokale bewoner die aan het dorp verkondigt dat dit een geschenk van de zee is. De dorpelingen ontfermen zich een voor een over het wonderkind, totdat Ambrose en Christine Bonnar besluiten het kind te houden. Ze noemen het jongetje Brendan. Tot ergernis van hun tweejarige zoontje Declan.

Declan zal nooit wennen aan het hebben van een broertje. Sinds de dag dat hij Brendan de oorlog heeft verklaard, zal hij niet rusten totdat hij de indringer heeft verjaagd. Zelfs toen de schooljaren al lang en breed achter hun lagen wist hij van geen ophouden.

Er is nog iemand die deze Samaritaanse daad niet goedkeurt: Phyllis, de zus van Christine. Zij woont slechts een eindje verder dan de Bonnars aan dezelfde weg, waar ze in haar ouderlijk huis haar veeleisende en langzaam dementerende vader verzorgt. Ook zij is bang voor minder aandacht van haar zus, en wie weet, speelt er ook jaloezie mee.

Wonderbaarlijke genezingen

Ambrose is samen met zijn vriend Tommy de trotse bezitter van de moderne vistrawler Christine Dawn en is bekend en geliefd in het dorp, wiens bewoners maar wat nieuwsgierig zijn naar hoe de Bonnars de gift uit zee gaan opvoeden.

Op een bepaalde leeftijd paradeert Brendan door het dorp al zegeningen uitdelend omdat de dorpelingen er heilig van zijn overtuigd dat Brendans aanrakingen genezing brengen. Totdat de nieuwigheid daar van af is en men schoorvoetend moet toegeven dat Brendan toch niet over zulke wonderlijke gaven beschikt. Ook Brendan zelf heeft andere zaken aan zijn hoofd, zoals het winnen van de liefde van zijn broer Declan, die echter blijft ontkennen dat hij een broertje heeft.

De verstrijkende jaren

En zo verstrijken er heel wat jaren waarin de dorpelingen de broertjes Bonnar zien opgroeien en hun haven zien uitdijen met steeds grotere en imposantere vissersboten. De mooie jaren gaan voorbij en er breken weer moeilijker tijden aan, ook voor de Bonnars. We volgen de tijd door het dorp en eigenlijk ook een beetje door de geschiedenis van de visserij en van Ierland. Sinds Ierland lid werd van de EEG, in hetzelfde jaar waarin Brendan te vondeling werd gelegd, is het klaar om immer weer nieuwe moderne tijden te omarmen.

Van baby tot een jongeman die oud genoeg is om de wijde wereld in te trekken is een ruime tijd voor een kleine roman, waarin niet alleen de zonen maar ook de ouders volop ruimte krijgen voor hun familieperikelen, zoals die van Christine en haar zus en vader, en van de opmars van de grotere vissersboten die zoveel veranderingen veroorzaken op de wal.

De dorpsgemeenschap vertelt

De jongen van zee wordt verteld door een onbekende verteller meervoud, die de dorpsgemeenschap lijkt te vertegenwoordigen, wat even wennen is. Dat gaat echter snel, daar ook de lezer een buitenstaander is en het verhaal door deze verteltechniek luchtig blijft en soms een humoristisch tintje heeft. Misschien dat het daarom lijkt alsof het vertellen over het dorp eerder voortkabbelt als een meanderende rivier dan als een levendige zee wiens golven op het land beuken. Slechts enkele keren zorgen wat ruiger weer en een heftige storm voor wat versnelde hartslagen.

Maar toch is juist de gemeenschapszin die hierdoor altijd op de loer ligt, een mooie factor van de roman, daar dit niet zomaar een verhaal is over twee broers, noch over een vissersfamilie, noch over een vissersplaats. Het gaat ook over het opgroeien in een maatschappij waar we altijd strijd moeten leveren tegen tijd en veranderingen, voor de een vooruitgang, voor de ander achteruitgang. De jongen van zee leest als een onvervalst levenslied.

Garrett Carr – De jongen van zee (The Boy from the Sea, vert. Harm Damsma en Niek Miedema), Wereldbibliotheek 2025

Leestips
Over andere gemeenschappen aan zee:
Elisabeth O’Connor – Walvistij
John Ironmonger – De dag dat de walvis kwam
Malachy Tallack – Die mooie Atlantische wals
Sheila Armstrong – Er schuilt een vreemde in ons
Over een visser:
Tanguy Viel – Artikel 353
Rondom de Ierse geschiedenis:
Paul Lynch – Grace
Claire Keegan – Dit soort kleinigheden
Sebastian Barry – De geheime schrift
Jamie O’Neill – In zee, twee jongens