De Oscars voor de beste films zijn weer uitgereikt. Filmliefhebbers vergeten wel eens dat de meeste films op een boek zijn gebaseerd. Meestal zijn de boeken beter dan hun verfilming. Er zijn natuurlijk uitzonderingen. Mijn twee favoriete verfilmingen zijn:
Het dak van de hemel van Paul Bowles (1949), een boek over een Amerikaans stel dat door Marokko reist, met fatale gevolgen. In 1990 bracht Bernardo Bertolucci een prachtige verfilming ervan uit onder dezelfde titel.
Onder de vulkaan van Malcolm Lowry (1947), over een Engelse consul in Mexico, die iets te veel van alcohol houdt. Wanneer zijn ex-vrouw op bezoek komt, en ook onverwacht zijn halfbroer, trekken ze de stad in om de Dag van de Doden te vieren. Deze dag werd kleurrijk in beeld gebracht onder dezelfde titel in 1984, door John Hutson, met de onvergetelijke Albert Finney als de Britse consul.
Andere boeken die meer bekendheid kregen door hun verfilming:
De ongelooflijke lotgevallen van een geluksvogel van Vikas Swarup (2006) gaat over een arme kelner die een miljoenen quiz wint, waarna hij wordt beschuldigd van vals spel, omdat niemand kan geloven dat zo’n arm, onwetend persoon alle vragen kon weten. In 2008 won de verfilming van Danny Boyle en Loveleen Tandan maar liefst acht Oscars ermee: Slumdog Millionaire
Fight Club was de eerste roman van de Amerikaanse schrijver Chuck Palahniuk (1996). Het is een satire op de Amerikaanse consumptiemaatschappij, over twee vrienden die een vechtclub openen. Het boek werd echter pas populair toen drie jaar later de gelijknamige film van David Fincher uitkwam, met in de hoofdrol Brad Pitt.
Geen land voor oude mannen van Corman McCarthy (2005) is een spannend en ruig verhaal over een man op de vlucht. Het boek kon rekenen op veel meer belangstelling, nadat Joel en Ethan Coen het onder dezelfde titel verfilmde in 2008, met als resultaat vier Oscars.