Shapiro is dood
Zwarte roman en vervolg van De Koning, over joodse overlevenden in Warschau.
Het boek De koning van Szczepan Twardoch was een prettige verrassing: een origineel verhaal met een verlokkende vertelstem over een keihard onderwerp. Peaky Blinders in Polen. Het gaat over een joodse gangster in Warschau tijdens de voordagen van de Tweede Wereldoorlog. Jakub Shapiro was ooit bokser, die met zijn stevige postuur en galanterie menige vrouw het hoofd op hol bracht. Hij was behoorlijk gewelddadig en boezemde menigeen angst in.
Het vervolg daarop, Het zwarte koninkrijk, is echter van een andere orde. Nog beklemmender dan het verhaal over De koning, duikt het onder in gitzwarte pagina’s uit de geschiedenis van Warschau. Het loopt tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog. Het enorme joodse getto van Warschau ligt in puin. Ryfka, voormalig minnares van Shapiro en ex-hoerenmadam, sluipt tijdens de donkere nachten door de puinhopen van het getto om eten te vinden. Ze heeft Shapiro, die meer dood dan levend is, in een schuilplaats liggen. Hij is totaal afhankelijk van haar, nu hij is gereduceerd tot een depressieve, graatmagere voddenbaal. Tijdens haar gevaarlijke avonturen kijkt ze terug op hun leven tijdens de oorlog. Ook een van de zonen van Shapiro heeft een stem in het verhaal en vertelt over de gruwelijke oorlogsjaren, die zijn moeder en broer niet hebben overleefd.
Het was een tijd waarin men niemand kon vertrouwen, zelfs de Polen niet, waarvan een deel met de vijand heulde en behoorlijk anti-joods uit de hoek kon komen. Twardoch is zelf Sileziër (delen van deze midden-Europese streek behoorden tot 1945 aan Duitsland, Tsjechië en Polen, waarna het gehele gebied bij Polen werd ingelijfd) en betrekt ook deze bevolkingsgroep in het verhaal, die net als de Joden verdeeld waren in verschillende groepen. De een beschouwde zich gewoon Silezisch, of Pools, de ander Duits, net zoals sommige Joden zich uitsluitend Pools voelden, Joods, of zionistisch.
Het is moeilijk om zo’n rijk verhaal als De koning naar de kroon te steken. Zelfs door de eigen schrijver. Van joodse gangster naar het joodse getto in Warschau is een behoorlijke overgang. En voor de mensen die gefascineerd waren geraakt door de kleurrijke Shapiro: in Het zwarte koninkrijk wordt hij als een lappenpop van hot naar her gesleept en voor zover hij bij de lezer nog enige goodwill had gekweekt: die wordt hier steen voor steen afgebroken.
Ondanks dat Ryfka soms het verhaal vanuit een veel latere tijd beschouwt, is zij lang niet zo’n onderhoudende verteller, noch Shapiro’s zoon, die ook aan het woord komt. Het verhaal moddert aan, zonder echte verrassingen of wendingen. Het bevat een beetje teveel opstapelende ellende, waarin zelfs de liefde zijn plek niet meer vindt.
Warschau had het grootste joodse getto dat door de Duitsers was opgezet. Het verhaal speelt voornamelijk in deze gruwelijke hel, zelfs toen het vernietigd was, en heeft hierdoor historische waarde, want Twardoch heeft gedegen onderzoek gedaan. Bovendien kan Twardoch schrijven als een filmende Tarantino. Maar net zoals Jonathan Littell na zijn briljante De welwillenden kwam met de gewaagde, gewelddadige roman Een oude geschiedenis, verliest ook Twardoch’s vervolg op De koning, zijn allure aan een te zwarte geschiedenis, waarin voor de lezer nauwelijks plek is om adem te halen. Voor degenen die van oorlogsverhalen houden.
Szczepan Twardoch – Het zwarte koninkrijk (Krȯlestwo, vert. Charlotte Pothuizen) Nieuw Amsterdam 2021
Leeslinks
Van dezelfde schrijver:
De koning
Zwarte romans over de Tweede Wereldoorlog:
Jonathan Littell – De welwillenden
Slobodan Šnajder – De reparatie van de wereld
Wraak in Warschau na de oorlog:
Ollivier Pourriol – Mefistowals