Baba, Baba!
Amerikaanse autobiografische roman over een hippiejeugd in India.
Schrijven over je jeugd is geen makkelijke opgave. De meeste autobiografische boeken die over deze periode gaan, vervallen vaak in epistels over een rottijd op school, geheimen die kinderen per ongeluk hebben ontdekt en over pesterijen.
Deze onverkwikkelijke zaken komen ook allemaal aan bod bij de jeugd van de Amerikaanse schrijfster Rachel Manija Brown. Niet alleen had zij een vervelende tijd op school, of werd ze gepest als blank kind tussen de Indiërs, ze moest ook nog leven in een ashram, waar ze werd geconfronteerd met behoorlijk onstabiele volwassenen, die allemaal geloofde in de liefde van Meher Baba.
Van Rachel kon deze Baba de pot op. Ze was het enige kind dat er rondliep en de enige die niet in Baba geloofde. Hoe erg haar moeder en vriendinnen ook hun best deden Rachel te overtuigen van dit geloof, Rachel trok zich liever terug in haar eigen wereld, waar ze haar liefde schonk aan de dieren.
Voordat Rachel Manija Brown aan haar memoires over haar jeugd begon, werkte ze als schrijfster voor komedieseries op televisie en aan toneelteksten. Misschien heeft ze de humor wel in India opgepikt, want het bijzondere aan Alle vissen gaan op stokis de hilarische stijl waarin Rachel’s jeugd is beschreven.
Niet alleen steekt ze de draak met het geloof in Baba, maar ook met de mensen uit de ashram. Zonder haar opvoeders al te veel op de tenen te trappen, vermaakt Rachel hen tot karikaturen die zo in een komedieserie kunnen figureren.
Meher Baba, die leefde van 1894 tot 1969, kwam uit een soefifamilie en werd rond zijn twintigste jaar gegrepen door de mystiek. Met de hulp van spirituele leiders sloeg hij binnen enkele jaren zijn eigen pad in. De belangrijkste ashram werd in Meherbad gevestigd en dankzij zijn vele reizen naar o.a. Amerika en Europa kreeg hij ook vele westerse volgelingen. De beroemdste volgeling was Pete Townshend bekend van de Who. Het album Tommy was opgedragen aan Meher Baba. De grote hit in 1981 Don’t worry, be happy van Bobby McFerrins is geschreven naar aanleiding van uitspraken van Meher Baba.
Hoe groot de aanhang van Meher Baba ook mag zijn geweest, het zevenjarige Amerikaanse meisje dat met haar ouders mee moest naar de ashram in Meherbad, kon vooral zijn fanatieke volgelingen niet uitstaan. Ook haar moeder niet, die Baba’s naam te pas en te onpas als een mantra gebruikte. Rachel’s verhouding met haar vader, die veel minder fanatiek was, was een stuk beter, omdat hij meer zichzelf bleef.
Ook aan de school met de zusters heeft Rachel geen goede herinneringen. De zusters met de losse handjes lieten het niet bij klappen. Ook urenlang in de brandende zon staan, was een nachtmerrie die niet alleen Rachel maar vaak ook de hele klas moest ondergaan.
Er restte Rachel niet veel anders als alle boeken van de bibliotheek te lezen, of zich terug te trekken in de stukjes natuur van de ashram waar mieren en vogeltjes haar leerden dat ook de exotische natuur zijn donkere kanten heeft.
In een geheel eigen stijl vertelt Rachel in Alle vissen gaan op stok over haar ervaringen met de gekke volgelingen en over haar ervaringen als Amerikaans kind om te moeten leven in een Indiase gemeenschap. Hoe naar haar jeugd ook is geweest in India, een stukje van het land heeft ze wel meegekregen: de humor die ze gebruikt om over nare dingen te vertellen.
Rachel Manija Brown – Alle vissen gaan op stok(All the Fishes Come Home to Roost, vert. Titia Ram), Mouria, 2007
Leeslinks
Een jeugd in India:
Rudyard Kipling – Kim
Indiase Humor over nare zaken:
Vikas Swarup – De lotgevallen van een geluksvogel
Over India en zijn vele spirituele zaken:
Sarah McDonald – Holy Cow!