Hoe word je een bankovervaller?
Schrijnende autobiografie over een ex-Irak-soldaat, die teruggekomen verslaafd raakte en banken ging beroven.
Een van de bekendste boeken uit de internationale literatuur werd in de gevangenis geschreven: Don Quichotte van Miguel de Cervantes. Ook Marquis de Sade schreef zijn grootste roman in gevangenschap: Justine. Net zoals Oscar Wilde er zijn fameuze brief in boekformaat schreef: De Profundis.
Recenter (2006) verscheen uit de Belgische gevangenis het boek Chinchilla Songs van Emmanuel Lipp, die probeerde te reconstrueren waarom mensen worden aangezet tot moord. De Australische bankrover Gregory David Roberts zette zijn avonturen op papier in een Australische gevangenis, over hoe hij wist te ontsnappen naar India, waar hij in de Indiase misdaadwereld terechtkwam, waarna hij toch weer ergens tegen de lamp liep: Shantaram (2007).
De nieuwste sensatie komt uit Amerika, en wel uit de Federal Correctional Institution in Kentucky. Hier zit een ex-soldaat, die in Irak diende, zijn straf uit voor wel tien bankovervallen. Op het eerste gezicht een aardige jongen, schrijven tal van mensen, na het zien van de foto van Nico Walker in het perspakket dat werd rondgestuurd voor de publicatie van zijn boek Cherry. Hij werd opgemerkt door een kleine uitgeverij die hem eerst aan het lezen zette in de gevangenis, en vervolgens aan het schrijven.
Het resultaat is een rauw verhaal over het Amerikaanse soldatenleven in Irak, mission impossible, waar hij het soldaten-syndroom PTSS opliep, waardoor hij niet meer kon functioneren in de gewone maatschappij en hij aan de drugs raakte toen hij na twee jaar strijdtoneel naar huis kwam. En tja, dan raak je in geldnood en ‘vraag’ je aan wat bankbedienden om geld.
Özcan Akyol bescheef in zijn eerste boek Eus ook al een dergelijk verhaal: hoe een jongen in de misdaadwereld geraakte. Het boek kon me niet boeien, omdat het oppervlakkig was geschreven, vol clichés en geen literaire snaar wist te raken. Akyol schreef zijn boek met de strekking dat wanneer je in een arm milieu wordt geboren, de weg naar de misdaad voor je open ligt.
Walker is een ander verhaal. Ten eerste is het autobiografisch en ten tweede wees niets erop dat hij in twee maanden tijd tien banken zou beroven. Hij kwam uit een rustig middenstandsgezin, was op school geen opvallende leerling, ging naar de kroeg, de bioscoop of de sportvelden, zoals we allemaal deden. Hij was zelfs zo vaderlandslievend dat hij na 9/11 besloot te tekenen voor het leger.
Na een kort kazerneleven in Amerika kwam hij in Irak terecht, waar hij hoopte dat het echte werk kon beginnen: zijn land verdedigen. Maar hij kwam van een koude kermis thuis: “The drill sergeants were just pretending to be drill sergeants. We were pretending to be soldiers. The Army was pretending to be the Army.”
Naast alle gruwelijkheden – opgeblazen collega’s, patrouille lopen en moordpartijen – was het verveling troef in het leger. Veel van de bevelhebbers behandelden je als vuil en tussen de soldaten circuleerden vieze films, lamlendige spelletjes, allerhande drugs en niets dat het hart van Walker sneller deed kloppen. Hij overleefde de missie, vele anderen niet.
Natuurlijk was hij blij om naar huis te komen. Zijn vrouw die hij net had getrouwd trok weer bij hem in. Maar Walker kon niet meer slapen, had nachtmerries, kon niet meer tegen drukke plaatsen. Het duurde niet lang of het stel raakte aan de drugs en Walker had er tenslotte een dagtaak aan om op tijd bij de verschillende dealers aan de heroïne te komen.
De belevenissen zijn met een eerlijkheid opgeschreven, die niemand koud laat. Bovendien is het nog niet zo slecht geschreven ook. Maar het is vooral de eerlijke rauwheid, de constante vertwijfeling over het leven, de desillusies, die het boek meer dan aantrekkelijk maakt. Keuzes maken op verkeerde momenten, die een heel leven zullen veranderen. Nico Walker is niet kwaad, vlijt niet, maar vertelt nuchter de feiten zoals hij die beleefde, diep weggedoken in zijn eigen wereld, die steeds kleiner werd: van een gewone jeugd naar het gedisciplineerde soldatenleven in de kazernes, naar het gevaarlijke Irak en tenslotte naar de verslaving. Pas in de rechtbank realiseerde hij dat hij met bankovervallen zwaar een grens overschreed.
Ondanks de ernst en narigheid heeft Walker een lichte verteltoon, waardoor het geen zware kost is geworden. De periode dat hij achter de dealers aanliep en de eerste bankroven plande, lijken zelfs wel slapstick. Een mooi boek over de nutteloosheid van oorlog en drugs.
Nico Walker – Cherry (Cherry, vert. Joris Vermeulen), De Bezig Bij 2019
Leeslinks:
Over verslaafden:
Jon McGregor – Zelfs de honden
Uit de gevangenis:
Emmanuel Lipp – Chinchilla song
Gregory David Roberts – Shantaram
Misdaad loont niet:
Özcan Akyol – Eus