Sara Stridsberg – Droomfabriek

“I shot Andy Warhol “

Zweedse roman over de Amerikaanse Valerie Solanas die Andy Warhol neerschoot.

Valerie Solanas werd in 1936 in Ventnor geboren, een stadje in New Jersey (Amerika), niet ver weg van het legendarische Atlantic City. Ze werd misbruikt door haar vader, die haar moeder verliet toen ze nog klein was. Haar moeder koos vervolgens steeds de verkeerde mannen, waarop Valerie op jonge leeftijd het huis verliet en rondkwam van prostitutie en bedelarij. Toch wist ze nog een plek op de universiteit van Maryland te bemachtigen en studeerde daar psychologie. In de jaren 60 verscheen ze in New York, waar ze een tijdje een van de vele mensen werd die The Factory regelmatig bezocht, de studio van Andy Warhol. In 1967 deed ze zelfs mee aan Warhol’s film I, a man. In 1968 schreef ze haarzelf de geschiedenis in door op Andy Warhol te schieten, die de kogels echter overleefde, maar wel altijd last bleef houden van zijn verwondingen. Het leven van Valerie, die zichzelf na de aanslag aangaf en enkele jaren in de gevangenis doorbracht, eindigde in 1988 in een hotel voor zieke hoertjes en junkies in San Francisco.

Voordat Valerie Andy Warhol ontmoette, schreef ze het manifest SCUM (Society for Cutting Up Men), een document waarin ze pleitte voor een maatschappij zonder mannen en waarmee ze enige bekendheid kreeg in feministische kringen. De Zweedse schrijfster Sara Stridsberg vertaalde dit manifest naar het Zweeds, waarna ze Valerie Solanas, die zoveel haat en venijn ventileerde in dit script, niet meer uit het hoofd kon zetten. Er zitten veel hiaten in wat bekend is over het leven van Valerie Solanas, zodat Stridsberg besloot een fantasieroman over Solanas’ leven te schrijven.

Het boek begint in het verloederde Bristol Hotel in San Francisco, waar Valerie in 1988 vergeten en alleen stierf. Vanaf haar sterfbed volgen we haar leven tot in 1968, het jaar waarop haar leven voorgoed een wending nam.

Drie personen waren belangrijk in haar leven: haar moeder Dorothy, haar vriendje De Zijdejongen en vriendin Cosmogirl. Ze laat ze echter een voor een in de steek, op zoek naar een beter leven. Want Valerie is een intelligente meid die wat van haar leven wil maken. Ze verlaat haar moeder die zich laat gebruiken door haar vriendjes, ze spreekt met De Zijdejongen af om te gaan studeren, maar wanneer blijkt dat hij moeite heeft om zelfs maar in een bus te stappen naar de universiteit toe, gaat Valerie alleen studeren. Haar resultaten zijn verbluffend en ze stoomt op tot bijna professor. Ze ontmoet echter Cosmogirl, een prachtige meid, die echter al net zo getekend door het leven gaat als Valerie: haar moeder trouwde om de haverklap, liet zich scheiden of werd expres weduwe door de man te vermoorden. En werd gepakt en beschuldigd van diverse moorden en zit nu te wachten op de doodstraf. Cosmogirl doet er alles aan om dit doodvonnis uit te stellen: ze haat de staat die haar moeder wil vermoorden en zo sluipt er ook een haat in het leven van Valerie, en wel eentje tegen mannen. Elkaar ophitsend komt het SCUM tot stand, bezoeken de meiden steeds meer feministische manifestaties en wordt het leven belangrijker dan de onderzoeken en de proefdieren op de universiteit. Zo taait Valerie af naar New York, waar ze Andy Warhol een toneelscript overhandigt, in de hoop dat hij het wil uitvoeren. Up your Ass is de titel, de inhoud is echter zo obsceen en extreem dat zelfs de koning van de pop-art het niet wil uitvoeren en het script zegt te zijn kwijtgeraakt.

In die tijd zit Valerie op een roze wolk, ze krijgt een voorschot van een progressieve uitgever om een boek te schrijven, ze voelt zich belangrijk in de omgeving van Andy Warhol en is brutaal tegen iedereen. Misschien iets te brutaal, want hier begint het verhaal weer te kantelen: door drugsgebruik en een uitdagende houding wordt ze steeds minder populair; ze wordt het beroemde Chelsea Hotel (in New York) uitgezet waar ze woonde, de toegang tot The Factory wordt haar ontzegd en de uitgever wil haar niet meer spreken.

Terwijl Stridsberg deze levenslijn langzaam ontrolt, ligt Valerie met veel pijn te sterven in een smerig bed. Al ijlend ziet ze personen aan de bedrand verschijnen: een gevangenisbewaarster die haar moed inpraatte voor het proces, haar moeder met wie ze de gelukkige momenten in haar jeugd herinnert, maar ook de momenten die haar zo hebben getekend, haar moeder die ze nooit meer had gezien, enkel per telefoon mededeelde dat ze het al bijna tot professor had geschopt. Ze voelt dat de De Zijdejongen in haar kamer is. Dankzij drugs en prostitutie verdronk hij in zee, een plek waar hij nu gelukkig is, meent Valerie. Ze hoopt dat ook Cosmogirl haar zal bezoeken en vraagt zich af waarom ze deze vriendin in de steek heeft gelaten.

En zo heeft Stridsberg een caleidoscopisch beeld geschetst van een meisje dat probeerde haar kansen te benutten, maar telkens werd teruggeschopt door haar omgeving: seksueel misbruik, drugs en drank gaan nu eenmaal niet samen met een gelukkig leven. Soms denk je dat Valerie het redt: de vlucht uit de met seksueel misbruik geladen atmosfeer in het huis van haar moeder, het wereldje aan de oceaan waarin ze met Zijdejongen leefde van prostitutie, maar waarin drugs steeds belangrijker werd. Haar succes op de universiteit, verstoord door haar vriendin Cosmogirl die nadat haar moeder ten dood was gebracht, totaal door het lint ging. En zelfs terwijl Valerie wacht op haar veroordeling, glimt er nog hoop in de vorm van een gevangenisbewaardster die aardig is voor haar.

Het einde is echter dramatisch. Ze ziet het laatste daglicht in een smerig hotel voor junkies en hoeren, waarvan Stridsberg, die Bristol Hotel in het Tenderloin District in San Francisco bezocht, zo onder de indruk was, dat ze haar boek opdroeg aan de inwoners ervan.

Of de feiten nu kloppen of niet, het is een mooi geschreven, zeer aangrijpend verhaal over het trieste leven van een jonge vrouw en haar pogingen om te ontkomen aan haar verleden, over haar dromen waarin hoop gloorde, over haar bijna successen, maar waar de ondergang tenslotte won. Een verhaal waar je stil van wordt.

Sara Stridsberg – Droomfabriek (Drömfakulteten, Tillägg till sexualteorin, vert. Janny Middelbeek-Oortgiesen), De Geus 2010

Leeslinks

Prostitutie en kindermisbruik in Amerika:

Dorothy Allison – Bastaard uit Carolina
Charles Bock – Mooie kinderen
J.T. Leroy – Het hart is bedrieglijk
Daniel Woodrell – Tomaatrood
Hanya Yanagihara – Een klein leven