Julia Navarro – Schiet maar, ik ben toch al dood

Bijna 70 jaar oorlog en nog geen einde in zicht.

Spaanse roman over een Joodse en Palestijnse familie in Palestina.

Dit fraaie semi-historische familie-epos joeg me regelmatig angst aan: niet alleen is het conflict tussen Palestina en Israël nog steeds niet opgelost, het boek laat zien hoe oorlogen ontstaan en hoe je vriend je vijand kan worden. En dat is exact de situatie van de huidige wereld.

Een medewerkster van vluchtelingenhulp moet een rapport schrijven over Palestijnse vluchtelingen die verdreven zijn uit hun huizen. Hiervoor wil ze met alle partijen spreken en zo komt ze terecht bij een oude Jood, die begrijpt dat de interviewster haar mening al klaar heeft. Hij vertelt haar zijn familiegeschiedenis, die begint met de Joden als de opgejaagden.

Het boek doet aan de hand van jodenvervolging een grote stappen in de wereldgeschiedenis: beginnend net voor de Russische revolutie, via opstanden in Palestina op weg naar het einde van het Ottomaanse Rijk, van waaruit talrijke hedendaagse conflicten in het Midden-Oosten voortvloeiden. In tegenstelling tot de vele boeken die zijn geschreven over de Joden, komt hier ook het leed van hun tegenstanders in beeld: de Palestijnen.

Een oorlog kan uitbreken dankzij één gebeurtenis, maar daaraan vooraf zijn veel meer dingen gebeurd die de spanning almaar hebben opgevoerd. Het is vooral leerzaam hoe Navarro zulke ingewikkelde politieke materie als een rode draad door de geschiedenis van twee families heeft geregen: de Joodse Zuckers en de Palestijnse Ziads. Zij worden buren op boerenbedrijf ‘De Tuin van Hoop’ in Palestina, niet ver van Jeruzalem, en hun kinderen groeien samen op. Ook al wilden de families hun wederzijdse vriendschap niet laten beïnvloeden door de politiek, de wereld dwong ze min of meer vijanden van elkaar te worden. Het gevoel van machteloosheid tegenover onbegrijpelijke politiek (zoals tegenwoordig ook het geval is) spat van de bladzijden. De talrijke discussies tussen de twee culturen en de onderlinge verdeeldheid van één volk vormen een interessant deel van het boek, dat je vaak tot nadenken zet over de huidige wereld.

De hoofdkarakters zijn mooi uitgewerkt, ieder met een sterk eigen karakter. Je gaat vanzelf van een aantal van hen houden, ook al heeft ieder zijn tekortkomingen. Liefde wordt reëel weergegeven: de verboden liefde tussen Mohammed en Marinna blijft als een waakvlammetje overeind en ook de verschillende liefdes van Samuel laten zien dat één leven meerdere passies kan hebben.

Navarro hanteert een makkelijke prozastijl en maakt sprongen in de tijd, waardoor meerdere generaties in beeld komen. Ze belicht het verhaal van twee kanten, ook al vond ik dat ze iets teveel uitweek naar de holocaust, wat het verhaal even uit balans bracht. Dat het boek ook nog een kleine ontknoping aan het einde heeft, was zelfs niet nodig geweest, maar het zet wel de puntjes op de i. Het grootste gemis van deze roman is een familieboom, die je echt nodig hebt tijdens het lezen, omdat het over zoveel generaties gaat en je soms even kwijt bent wie wie is.

Schiet maar, ik ben al dood is een magistraal epos dat zeker niet mag ontbreken in het rijtje beroemde familieromans, zoals Oorlog en Vrede van Leo N. Tolstoj, De Buddenbrooks van Thomas Mann en De Wertheims van Sylvia Tennenbaum.

De Spaanse Julia Navarro is sinds 1983 journalist en heeft al vier eerdere romans gepubliceerd, allen doorspekt met geschiedenis. Haar vijfde boek fascineerde me dankzij de hartverscheurende familieverhalen en de vele historische feiten uit een groot brok geschiedenis, maar het gaf ook de bittere nasmaak voor een naderende oorlog. Ondanks die dreigende sfeer, kon ik niet wachten om met het verhaal verder te gaan. Het leest als een spannend feuilleton, want het beslaat niet alleen vele jaren, maar ook veel bladzijden.

Julia Navarro – Schiet maar, ik ben al dood (Dispara, yo ya estoy muerto, vert. Bart Peperkamp), Wereldbibliotheek 2015

Leeslinks
Joden in de bres voor Palestijnen:
Abraham Yehoshua – De tunnel
Ontroerende roman over een Palestijnse familie in Gaza:
Susan Albuhawa – Het blauw tussen hemel en zee
Meeslepende autobiografie spelend in het roerige Jeruzalem:
Amos Oz – Een verhaal van liefde en duisternis
Familieverhalen:
Leo N. Tolstoj – Oorlog en Vrede
Thomas Mann – De Buddenbrooks
Sylvia Tennenbaum – De Wertheims