John Updike – De terrorist

John Updike – De terrorist / Uwe Timm – Rood

Over oude en nieuwe bommenleggers

Een Amerikaanse en Duitse roman over een jonge terrorist en een oude terrorist.

In John Updike’s roman De terrorist kunnen we lezen hoe een 18-jarige inwoner van Amerika een terrorist wordt: Ahmad, zoon van een Iers/Amerikaanse moeder en een Egyptische student die zijn huwelijk al snel voor gezien hield, laat zich inpakken door een imam die hem in contact brengt met een terroristische beweging.

In Uwe Timms boek Rood gaat het verhaal er niet zo rechtlijnig aan toe. De al wat oudere hoofdpersoon Thomas Linde verdient zijn geld als grafredenaar. Een eigenzinnig beroep waardoor je in contact komt met heel veel levensverhalen, die je op een begrafenis tactvol naar voren moet brengen omdat niemand erop zit te wachten dat de toespraak een tranendal veroorzaakt.

John Updike’s laatste pagina’s gaan over Ahmad die met een auto vol explosieven richting Lincoln tunnel rijdt. Uwe Timms boek begint bij het ongeval van Thomas Linde die door een auto omver wordt gereden nadat hij een rood licht negeerde. Ook hij had explosieven bij zich.

In De terrorist probeert Updike een portret te geven van een jongen die de heel verkeerde kant op gaat. Om de jongen reden te geven waarom hij ontspoort, krijgen we naast glorieuze uitspraken van Allah, het hele scala van dingen die verkeerd zijn in de Amerikaanse maatschappij: leerlingen worden alleen maar opgeleid om welvarende leden van de consumptiemaatschappij te worden, moeders gaan vreemd, niemand gelooft en iedereen is verdorven. Als klap op de vuurpijl is er de duistere imam die Ahmad de Koran laat lezen en begrijpen, de enige leidraad in Ahmads leven die hem wat houvast geeft.

De hoofdpersoon in Rood heeft een heel wat boeiender verhaal te vertellen. In de vorm van zijn eigen grafrede laat Thomas Linde zijn leven de revue passeren, vooral de laatste weken waarin hij werd gevraagd om een grafrede te schrijven over een man, Aschenberger, die hij in een ver verleden heeft gekend. In dat verre verleden, de jaren 60, deelden ze samen opruiende pamfletten uit aan de uitgangen van fabrieken om de arbeiders op te zetten tegen hun bazen, de kapitalisten. Tussen de papieren van deze overleden kameraad vindt Linde tot zijn verbazing een pakje met springstof en het plan om de Siegessaul, een overwinningstoren in Berlijn, op te blazen.

Terwijl Ahmad er totaal geen moeite mee heeft om zijn leven voor de goeie zaak te geven, kost het Linde al moeite om te beslissen wat hij moet doen met zijn ontdekking. Het noemen van de vermetele plannen in de grafrede is uit den boze, net zoals de vondst aangeven bij de politie. Linde, die na zijn anarchistische verleden de linkerkant van de politiek niet meer heeft aangeraakt, verbaast zich over de overleden Aschenberger, die blijkbaar nog steeds warm liep voor het vuur van de revolutie.

Terwijl John Updike vergeefse moeite doet om een geloofwaardige hedendaagse terrorist op papier te zetten, geeft Uwe Timm de lezer des te meer reden om terug te denken aan een tijd waarin diverse revolutionaire groeperingen de bommen lieten knallen. Toen wilde de jeugd ook de wereld veranderen, weliswaar niet op geloofsbasis, maar wel geholpen door de communistische beweging die vrijheid voor de onderdrukten predikte.

Over de huidige terroristische bewegingen zijn nog weinig romans verschenen. Zeker geen romans die een bevredigend beeld geven van waarom de jihad wordt gestreden en waarom mensen zich hierbij aansluiten. Ook John Updike’s De terrorist draagt hier niet aan bij: alles wat hij schrijft is veel te simpel gesteld.

Uwe Timms roman Rood, waar meer zaken spelen dan alleen anarchist zijn, laat zien dat revolutionairtje spelen ooit een populaire levensstijl was. En dat er veel mensen van zijn genezen. Hoe overtuigend de revolutie ook klonk, met het ouder worden gleed je vanzelf door naar de verbeterde kapitalistische staat.

In De terrorist is de reddende engel een met zijn leven en huwelijk ontevreden leraar, Jack Levy, die het aanlegt met Ahmads moeder. Hij speelt een belerende en, net als Ahmad, weinig overtuigende rol.

De engel in Rood is het beeldhouwwerk bovenop de Siegessaul, een symbool voor het Duitse zegevierende militarisme, dat tot ergernis van Aschenberger nog steeds ongeschonden in Berlijn staat. Thomas Linde lukt het maar niet om een grafrede voor zijn overleden kameraad te schrijven, afgeleid als hij is door zijn relatie met Iris en zijn herinneringen aan een tijd waarin ook hij bruiste van de energie om de wereld te verbeteren. Of Thomas Linde nog even het vuur laat oplaaien door de stoutmoedige plannen van Aschenberger ten uitvoer te brengen, dat laat de schrijver aan de fantasie van de lezer over. Thomas Linde is in ieder geval een overtuigende anti-held.

Twee boeken, twee bommenleggers, twee tijden, twee heel verschillende verhalen van twee heel verschillende schrijvers. Dat het 22ste boek van de in literaire prijzen gehulde Amerikaanse John Updike een succes is, kan ik niet zeggen. Het boek is te vlot geschreven en staat vol met clichés.

Rood van de Duitse schrijver Uwe Timm echter is een verrassend goede opvolger van zijn vorige in het Nederlands vertaalde roman De geschiedenis van de curryworst. Zijn verhaal dat over leven en dood gaat en regelmatig de kant van maatschappijkritiek uitwaaiert, probeert de ziel bloot te leggen van de complexiteit van leven en geschiedenis. Uwe Timm doet dit met verve, humor en in een prachtige en originele stijl.

Uwe Tim – Rood (Rot, vert. Gerrit Bussink) Podium, 2006
John Updike – De terrorist (Terrorist, vert. Joop van Helmond) De Arbeiderspers, 2006

Leeslinks

Van Uwe Timm:

De geschiedenis van de curryworst

Een terrorist in de familie:

Kamila Shamsie – Huis in brand
Kamila Shamsie – Verbrande schaduwen
Fernando Aramburu – Vaderland

Boeken rond 9/11:

Don DeLillo – Vallende man
Jonathan Safran Foer – Extreem luid & ongelooflijk dichtbij
Jay McInerney – Het goede leven
Nicolas Rinaldi – Tussen twee rivieren

Vermeende terroristen:

Nathan Hill – De nix
Richard Flanagan – De onbekende terrorist

Een terrorist in de familie:

Kamila Shamsie – Huis in brand
Kamila Shamsie – Verbrande schaduwen
Fernando Aramburu – Vaderland

In het hart van de revolutie:

Giaconda Belli – Kroniek van liefde en oorlog