Hernan Diaz – In de verte

Een odyssee door het Wilde Westen

Over een man die door de woestijnen van west-Amerika trekt in de negentiende eeuw.

Veel mensen zijn opgegroeid met het Amerikaanse, woestijnachtige landschap dankzij de wild west films. Droge gronden, getekend door scheuren, met een paar sprietjes gras of ander groen dat nauwelijks kan overleven. Cowboys en indianen denderden te paard over deze vlaktes. Vetes werden uitgevochten, karavanen aangevallen, indianen uitgemoord. Het vroege Amerika, waar vooral Europese kolonisten neerstreken om een nieuw leven te beginnen en gelukzoekers hun heil zochten om onder barre omstandigheden goud te vinden.

Dit landschap, de pioniers en fortuinzoekers komen we tegen in verschillende romans: een deel van Fortuna’s dochter van Isabel Allende speelt rond de goudkoorts in Californië. Een boek dat weliswaar in Nieuw Zeeland speelt, maar ook over die tijd en goudzoekers gaat, is het verrassende Al wat schittert van Eleanor Catton. Arthur Japin schreef in De overgave over indianen en kolonisten, net zoals een beroemde Indiaanse overval (Mountain Meadows, 1857) een thema is in het prachtige Vreemde ogen van Alissa York.

In de verte speelt in de negentiende eeuw, toen er duizenden kolonisten vanuit het oosten Amerika binnentrokken en in lange karavanen richting het gevaarlijke westen reisden, op zoek naar een vruchtbaar stuk land om een nieuw leven te beginnen. Vanuit het westen (Californië) waren het de goudzoekers die Amerika introkken, vastbesloten om rijk te worden en hun vondsten met hun leven te beschermen.

Het verhaal gaat over de Zweedse jongen Håkan. Zijn vader hoopte Håkan en zijn broer een betere toekomst te kunnen geven door ze naar het beloofde land van Amerika te sturen. Håkan echter stapt op een verkeerde boot en terwijl zijn broer in New York belandt, komt Håkan pas in San Francisco van boord, te midden van een massa gelukzoekers. Hij besluit over land naar New York te gaan, op zoek naar zijn broer.

Cormac McCarthy beschrijft op schitterende wijze in De grenstrilogie de grillige en gevaarlijke landschappen, waardoor Håkan’s tocht gaat. In de komische roman De gebroeders Sisters van Patrick DeWitt trekken twee cowboy-achtige broers door het landschap en ontmoeten de meest vreemde mensen, net zoals Håkan ook een aantal mensen ontmoet, die hem niet onberoerd laten: James Brennan met vrouw en kinderen radeloos op zoek naar goud, een rijk geworden hoer zonder gebit, een natuurwetenschapper op zoek naar de oorsprong van het leven, Jarvis, een leider van een ploeg kolonisten, namaak-indianen, een sadistische sheriff, Asa, die als een driesterrenkok door de woestijn trekt en tenslotte een heuse wijnmaker.

Dit is niet de zoveelste avonturenroman à la Karl May. Deze machtige roman neigt eerder naar het meesterwerk van McCormac. Het merendeel van de tijd doolt Håkan alleen rond door de uitgestrekte en droge vlakten en beschrijft de omgeving vanuit zijn simpele ik. Al vrij snel is het hem duidelijk dat hij weinig of niets goeds kan verwachten van de mensen die zijn weg kruisen, dus gaat hij hen uit de weg. Heel soms drijven honger, dorst of ziekte hem naar de mensen toe, met wie hij wel of niet een korte vriendschap opbouwt en van alles leert. Totdat hij zijn eigen pad weer op wil, naar het oosten, op zoek naar zijn broer in Nejark (zoals hij en zijn broer die stad noemden).
Wanneer hij een tijdje met een karavaan kolonisten meereist raakt hij betrokken bij een overval, waarbij hij tegenstanders doodt. Sindsdien wordt hij gezocht als een gevaarlijke reus en doet hij er alles aan om uit het zicht te blijven.

Maar hij is geen gevaar voor de medemens. Eerder het tegenovergestelde: een verlegen, simpele jongen, later een man, die zich verbaast over de wildernis en graag leert. Zijn tocht neemt jaren in beslag. Zoveel jaren dat zowel Håkan als de lezer geen idee hebben hoeveel tijd er verstrijkt, behalve dan dat er dorpjes en kleine steden verrijzen en de lezer opeens een spoorweg kan herkennen en een telegraafdraad, die ergens door het landschap zwiert. Håkan is totaal onwetend van de vooruitgang die het land in de greep heeft. Hij is bezig aan zijn eigen odyssee. Hij groeit van jongen naar man, blijft nog even groeien tot bijna reusachtige afmetingen, wat hem heel herkenbaar maakt in de tijd dat hij als de reus Hawk wordt gezocht, waarna zijn naam en de verhalen over hem mythische proporties aannemen. Ondertussen probeert Håkan zijn eigen leven te vinden: rust en geborgenheid.

Het is een sterk verhaal over een man die emigreert, maar in een leeg land terechtkomt en die zichzelf moet behelpen in de weerbarstige natuur. De wildernis in (John Krakauer), maar dan anders.

De schrijver Hernan Diaz, geboren in Argentinië, groeide deels op in Zweden en Argentinië en studeerde in Amerika. Hij weet wat het is om een emigrant te zijn. Hij wil de cowboy-tijd de-mythiseren met dit verhaal en laten zien dat de Amerikanen allemaal van emigranten stammen.

Dat is hem gelukt. Door juist die periode te kiezen, toen Amerika in rap tempo volliep met avonturenzoekers, pioniers en gelukzoekers. Ze vallen op, juist door hun spaarzame aanwezigheid op de pagina’s. En ook al komt er best wat geweld in voor, het zijn geen cowboy-indianen verhalen, maar een indringend epos, over hoe Amerika zo’n groot land werd.

De sfeer en de beschrijvingen van de landschappen houden je ademloos vast in deze queeste naar ‘Wie ben ik?’. Je gaat van deze lieve, eenzame Håkan houden en bij de dood van Asa heb je de neiging om onmiddellijk Ase’s Tod van Edvard Grieg op te zetten om de muziek keihard door de canyons te laten schallen.

Het boek haalde de long list van de Pulitzerprijs 2018. Het is een schitterende Amerikaanse odyssee, spelend in een tijd, nog niet eens zo lang geleden, dat alle Amerikanen, behalve de indianen, gelukzoekers waren. Mooi geschreven en moeilijk weg te leggen tijdens het lezen.

Hernan Diaz – In de verte (In the distance, vert. Ronald Vlek), Atlas Contact 2018

Leestips
Van dezelfde schrijver:
Vermogen
Over de wilde jaren in Amerika:
C. Pam Zhang – Al wat goud op de bergen is
Carys Davies – West
Téa Obreht – Achterland
Mark Spragg – De vrucht van steen
Isabel Allende – Fortuna’s dochter
Eleanor Catton – Al wat schittert (Nieuw Zeeland)
Patrick DeWitt – De gebroeders Sisters
Alissa York – Vreemde ogen
Arthur Japin – De overgave
John Williams – Butcher’s crossing