Ernest van der Kwast – Mama Tandoori

Najat El Hachmi – De laatste patriarch

Ouders van de ergste soort

Een Catalaanse en een Nederlandse roman over een buitenlandse ouder.

De uit Marokko afkomstige Najat El Hachmi heeft in Spanje behoorlijk wat stof doen opwaaien met haar roman De laatste patriarch. Niet alleen schreef ze als eerste Marokkaanse een boek in het Catalaans, het boek werd door de literaire critici inhoudelijk zo goed bevonden dat het de Catalaanse Ramon Llull Prize kreeg en in Frankrijk goed was voor de Prix Ulysse du Premier Roman.

In hoeverre de vader van Najat El Hachmi model heeft gestaan voor de patriarch die ze met zoveel verve beschrijft in haar boek, is niet duidelijk. De moeder van Ernest van der Kwast zegt nadrukkelijk juist niet model te hebben gestaan voor de pittige matrone die de hoofdrol heeft in Mama Tandoori.

Het doet er ook niet toe wat autobiografisch is of niet: beide schrijvers hebben ieder een onvergetelijke ouder neergezet, die beladen met hun eigen geschiedenis in een nieuw land een gezin probeerde te onderhouden. Onderhouden is misschien niet het goede woord, want zowel Mama Tandoori als Mimoun, de vader van de vertelster in De laatste Patriarch, lijken hun gezin eerder te terroriseren met hun explosieve karakters die ze hebben meegenomen uit hun land van herkomst.

Mama Tandoori komt uit India waar ze een tumultueuze tijd heeft meegemaakt van oorlogen, vluchten en honger. Ze arriveerde in Nederland met twee koffers en die twee koffers werden gedurende haar verdere leven opgewaardeerd tot een super de luxe appartement van meerdere miljoenen dollars. Mama Tandoori’s wapen is de deegroller en haar meer dan overdreven zuinigheid en gewiekste manier van zakendoen, waarmee ze haar gezin meer dan eens behoorlijk mee in verlegenheid bracht. Bovendien raakte ze verslaafd aan koopjes en aanbiedingen, zodat haar huis op een uitdragerij ging lijken en daardoor de verhuizingen steeds minder betaalbaar werden.

Mimoun komt uit Marokko waar hij als enige zoon tussen veel zussen opgroeide in een klein dorpje. Mimoun was iemand die altijd zijn eigen neus achternaging. Hij was niet in staat lang een baantje vol te houden, tot ergernis van zijn vader, en altijd moest hij zijn zin doordrijven. Toen hij de vrouw van zijn leven had gezien, wist hij zijn ouders dan ook te manipuleren om haar hand aan haar vader te vragen. En toen leek het er even op dat Mimoun in de ban van de liefde serieus ging worden. Hij stak de oceaan over en kwam in Spanje waar hij aan het werk ging om zijn bruidsschat te verdienen. Maar helaas bestaat het leven niet alleen uit werken, en lopen er ook christenvrouwen rond in Spanje en die vormden in zekere zin het ongeluk van Mimoun: hij kon niet van ze afblijven, werd het land uitgegooid, kwam weer terug, begon weer een verhouding en zelfs toen hij zijn gezin uit Marokko liet overkomen, bleef hij zijn relaties onderhouden, zoals met de Butagasfles.

Ernest van der Kwast, de verteller over en zoon van mama Tandoori, ging gebukt onder zijn moeders streken, waarvoor hij zich meestal rot schaamde. Mama Tandoori maakte het soms zelfs zo bont, dat haar geestelijk gehandicapte zoon Ashirwad nooit meer met zijn moeder naar Lourdes wilde. En ook al vlogen regelmatig de pantoffels over tafel, je kunt maar beter opgroeien met een mama Tandoori, dan met de patriarch uit het andere verhaal, die behekst door plichtsbesef en de liefde voor zijn vrouw en kinderen, zo jaloers was dat zijn vrouw het huis amper uit mocht en de dochter zijn ogen altijd in haar rug voelde prikken waar ze ook ging. Bovendien had hij losse handjes en waren het geen pantoffels waarmee hij gooide.

En zo is De laatste patriarch een schrijnend verhaal over hoe een man zich vast blijft houden aan de regels van zijn Marokkaanse dorp, terwijl hij in Spanje woont. Voor Mimoun echter was geen enkele regel, voor zijn gezin des te meer. Het is het verhaal van de dochter, die over het penibele leven van haar moeder vertelt en de strijd aangaat om voor zichzelf een leven op te bouwen en te ontsnappen aan de terreur van haar vader.

Mama Tandoori is geheel anders. Daar heeft de schrijver een moeder neergezet die door haar helse zuinigheid een karikatuur is geworden van een vrouw met arme Indiase achtergrond, die er haar leven van heeft gemaakt om een slaatje te slaan uit de Nederlandse consumptiemaatschappij. En niet altijd op een vredelievende manier, want menige verkoper moest vluchten voor zijn leven. Het boek is een aaneenrijging van hilarische scènes waarom je alleen maar kunt lachen.

Toch is de ondertoon van De laatste patriarch ook onderhoudend. Je verdenkt El Hachmi er al snel van dat ze het karakter van Mimoun heeft opgeblazen tot groteske vormen, vooral omdat ze zich ook meerdere malen als een onbetrouwbare vertelster heeft voorgesteld. Ook al is de situatie zo uitzichtloos, El Hachmi vertelt met een zekere luchtigheid hoe zij en haar moeder de patriarch overleven.

De laatste Patriarch is in prachtige stijl geschreven: eenmaal begonnen houd je niet meer op en wil je weten hoe het Mimoun verder is vergaan en vraag je je af hoe hij ten val is geraakt. Ernest van der Kwast wil nog wel eens zijn hoofdonderwerp verlaten en uitweiden over de rest van zijn familie, zoals over zijn oom Herbert, die Nederland de rug had toegekeerd om in het verre Canada zijn geluk te zoeken.

Hoe erg de ouders ook uitblinken in hun tekortkomingen, beide schrijvers hebben de ouders wel met liefde neergezet op papier. Ik vraag me af hoe het zou zijn geweest wanneer Mama Tandoori en Mimoun elkaar hadden ontmoet: ik vrees dat Mimoun dan geen leven had gehad, want hij had mama Tandoori met de beste zin van de wereld niet van haar koopjes kunnen afhouden en dus van straat en uit de winkels. Bovendien had mama Tandoori nooit Mimouns streken gepikt: erger dan een dief in Bombay! Met mama Tandoori’s wijze van zakendoen, zou het snel gebeurd zijn met Mimouns eergevoel: verkopers uit huis slaan is nou niet bepaald een feit om trots op te zijn. Mama Tandoori’s man dacht vaak genoeg dat de ratten in Dehli beter af waren dan hij. Maar ik denk dat Mimoun op zijn beurt nooit had geduld dat er deegrollers door de lucht zwaaiden en pantoffels over tafel vlogen.

Voor de kinderen had het niet uitgemaakt: beide ouders wilden op hun eigenzinnige manier het beste voor hun kroost: de een uit bescherming, de ander met het oog op een superrijke toekomst.
En zo zijn deze beide ouders dan toch in twee verschillende boeken terechtgekomen: beide bijzonder onderhoudend.

Ernest van der Kwast – Mama Tandoori, Nijgh & Van Ditmar 2010

Najat el Hachmi – De laatste patriarch (L’últim patriarca, vert. Elly Bovée en Helena Overkleeft), Orlando 2011

Leeslinks:

Nog meer memorabele ouders:

Calixte Beyala – Mama heeft een minnaar
Nathan Englander – Het Ministerie van Buitengewone Zaken
Paula Fox – De kinderen van de weduwe
Zoë Heller – De idealisten
George Hulskramer – De grote man
Marina Lewycka – Een korte geschiedenis van de tractor in de Oekraïne
Andrew O’Hagan – Onze vaders
Domenico Starnone – De straat der klachten
Steve Toltz – Een fractie van het geheel
Brady Udall – De eenzame polygamist