Don Carpenter – Vrijdagen bij Enrico’s

“Beatniks!”

Roman over een groep schrijvers in de jaren ’60 aan de Amerikaanse Westkust.

On the road van Jack Kerouac is misschien wel de bekendste roman uit de jaren ‘60, net zoals de film Easy Rider er een icoon van is. Rondom Jack Kerouac bewogen zich nog tal van andere schrijvers, zoals William S. Burroughs, Allen Ginsberg en Neal Cassady. Deze groep schrijvers werd ook wel de Beat Generation genoemd en ontstond in New York in de jaren 1940 – 1950. De beat is afgeleid van het sterke ritme dat de dichters van de groep in hun werk gebruikten. Later – in de tijd dat de lancering van de eerste Russische Spoetnik in het nieuws was – voegde een journalist het Russische nik achter beat en zo ontstond het woord beatnik.

Na jaren verhuisden veel leden van de groep naar San Francisco aan de Westkust, waar de Flower Power was ontstaan en waar ze zich bij de lokale schrijvers voegden, zoals Gary Snyder, Lawrence Ferlinghetti en Richard Brautigan, allen tegendraadse schrijvers, maar wat minder bekend dan die van de Oostkust. Wanneer je bedenkt dat veel van die schrijvers elkaar regelmatig in cafés en bars ontmoetten (zoals Enrico’s), dan moet het een vrolijke tijd van kroegtijgers zijn geweest. Maar ze hingen niet voor niets zoveel in kroegen rond: kunnen schrijven is mooi, maar een schrijver zijn is niet zo eenvoudig.

Don Carpenter behoorde tot de San Francisco clan. Hij schreef verschillende romans, verhalen en filmscripts, waarvan de roman Noodweer (Hard rain falling) hem het meeste succes bracht. Zijn beste vriend Richard Brautigan was echter bekender, dankzij verschillende bestsellers zoals Forel vissen in Amerika (Trout fishing in America), Vida (The Abortion) en IJskoude sombrero (Sombero Fallout). Zou je denken dat succes je gelukkig maakt, dan heb je het helemaal mis. Succes zorgt misschien wel voor een korte periode dat je ego omhoogschiet, maar vervolgens moet je die roem blijven dragen en dat is verre van makkelijk. Richard Brautigan pleegde in 1984 zelfmoord en Don Carpenter volgde in 1995 het voorbeeld van zijn vriend.

Carpenters best verkochte boek Hard rain falling werd onlangs heruitgegeven en dankzij dit succes herinnerde men zich een manuscript dat Carpenter bij zijn dood achterliet: een boek dat nog net niet af was. De schrijver Jonathan Lethem, een groot fan van Carpenter, bood aan het boek te redigeren en zo liet Carpenter misschien wel zijn meesterwerk na: Vrijdagen bij Enrico’s, een verhaal over een groep schrijvers in en rond San Francisco in die fameuze jaren 60. Het boek is niet echt biografisch, maar zit wel vol verwijzingen naar tal van mensen om hem heen: uiteraard Richard Brautigan, maar ook minder bekende mensen zoals Evan S. Connell en Curt Gentry. Door al die schrijversperikelen flink door elkaar te husselen, kwam er een prachtig portret uit van een fictieve groep schrijvers die vocht om hun literaire hoofd boven water te houden.

De jonge Jaime Froward, dochter van een journalist, wordt verliefd op de wat oudere Charlie Monel, een oorlogsveteraan die werkt aan een meesterwerk over zijn ervaringen in de oorlog. Ze stappen redelijk snel in het huwelijksbootje. Een vriend van hen, Dick Bonnet, is de ster van het gezelschap omdat hij al een succesvol verhaal heeft gepubliceerd. Een echte doorbraak kost hem echter heel veel moeite. Stan Winger is de nieuwkomer in het gezelschap en wordt onder Charlies vleugels genomen. Stan is een kleine inbreker, die zijn gevangenistijd omzette in schrijverstijd en zo in de literaire cirkels belandde.

Het verhaal gaat over het najagen van succes, maar vooral over de discipline die de schrijvers moeten opbrengen om iets op papier te krijgen en over het gevecht dit vol te houden. Ook Hollywood komt in beeld, die schrijvers met een goudpot lokte, ook al werden maar weinig scripts echt verfilmd. Het verhaal geeft een fraai beeld van de ups en downs van een groep mensen, waarvan de een, zoals Jaime, het succes in de schoot kreeg geworpen, terwijl Charlie hiervoor heel wat zweet en tranen moest laten. En ook al worden er echte schrijversnamen genoemd in het boek, zoals Kerouac en Ferlinghetti, de verhaallijnen zijn gebaseerd op fictie. Maar wel zo reëel samengesteld dat ze – volgens de kenners – een uitstekend beeld geven van deze eigenzinnige generatie van de Westkust.

Dit sterke tijdsbeeld, verspreid over tientallen jaren, gaat ook over een huwelijk dat verscheurd werd door verschillende ambities. Het doet denken aan Revolutionary Road, het enkele jaren geleden herontdekte boek van Richard Yates, ook uit de jaren 60, waarin een jong stel zich onder de tijd probeert uit te worstelen. Huwelijksverplichtingen, de moraal en kinderen weerhouden hen ervan de gouden mensen te worden die ze zich hadden voorgesteld te zijn. Zo is het ook met de schrijvers van Carpenter: de meeste van hen dromen ervan een succesvol schrijver te zijn en pochen over het minste flintertje succes. Bij de een staat een huwelijk in de weg, bij de ander is het een andere liefde en wanneer zelfs Hollywood hen laat vallen en het succes uitblijft, weten ze dat ze gefaald hebben.

Jonathan Lethem heef prachtig werk geleverd, want nergens is te zien waar hij de rimpels in de roman heeft gladgestreken of stukjes heeft toegevoegd om het verhaal helder te houden. Deze laatste roman van een schrijver die meer in de schijnwerpers had mogen staan, bewijst maar weer eens dat we nog lang niet klaar zijn met het ontdekken van literatuur uit vervlogen dagen, en ook al schreef Carpenter deze roman niet in, maar over de jaren 60, zeker is dat deze jaren van tegenbewegingen een rijke grond biedt om in te spitten.

Don Carpenter – Vrijdagen bij Enrico’s (Fridays at Enrico’s, vert. Onno Verhoeven), Meulenhoff 2015
Leeslinks

Herontdekte literatuur uit de jaren ’60:

Richard Yates – Revolutionary Road
John Williams – Stoner

Beatnik literatuur:

Jack Kerouac – On the road
William S. Burroughs – Naakte lunch

Over de jaren ’60 in Chicago:

Nathan Hill – De Nix

Van Jonathan Lethem die het boek voltooide:

De burcht van eenzaamheid
De dissidenten