David Mitchell – Wolkenatlas

De zwakken hebben honger, de machtigen eten

Fascinerende Engelse roman in 6 verhalen over de mensheid, slaven en cultuur.

Wolkenatlas is de derde roman van de Engelse schrijver David Mitchell en hij wordt zelfs nog meer geprezen dan zijn vorige romans De geestverwantschap en DroomNummerNegen. Wat bij Wolkenatlas meteen opvalt is zijn constructie. Het bestaat uit 6 verhalen die uiteindelijk iets met elkaar te maken hebben. Maar de verhalen zijn niet achter elkaar of door elkaar geplaatst. Net zo als ze ook in een volkomen andere stijl zijn geschreven.

Het boek begint in de 19de eeuw met ‘Het Polynesisch dagboek van Arthur Ewing’. Het doet denken aan oude kolonistenverhalen zoals Stemmen uit zee van Dan Sleigh. Het is het dagboek van een notaris die vanuit Sidney op een boot reist op weg naar Californië. De boot loopt averij op en doet allerhande eilandjes aan in de Stille Zuidzee, waar nog oorspronkelijke bewoners wonen maar ook de eerste missionarissen en andere blanken. Ewing heeft zijn vragen bij de verschillende vormen van kolonialisme. Een van zijn medepassagiers is dokter Goose, een eigenaardige man die tanden verzamelt. Op een spannend stuk houdt het verhaal abrupt op.

Waarna je niet alleen met een volgend verhaal begint, maar waarna je ook een stapje verder in de tijd doet: ‘Brieven uit Zedelghem’ speelt in de 20ste eeuw, net na de Eerste Wereldoorlog, waar we brieven krijgen voorgeschoteld van ene Richard Frobisher die vanuit België naar zijn vriend Sixsmith in Engeland schrijft. Frobisher is een musicus die al zijn geld heeft verloren en nu zijn diensten aanbiedt aan een oude, bekende componist die op een kasteel in België woont. Hij hoopt hier niet alleen zijn beurs bij te vullen maar ook verder te kunnen werken aan zijn eigen composities. Frobisher is een omlaag gevallen rijkeluiszoontje die van verwaandheid naast zijn schoenen loopt en niet bepaald overloopt van dankbaarheid voor zijn gastheer.

Het volgende personage heeft een nobeler karakter. ‘Halveringstijden’ met als ondertitel ‘Het eerste mysterie Luisa Rey’ speelt in de jaren zeventig in een gefantaseerd Amerika, waarin een journaliste, Luisa Rey, een atoomzwendel op het spoor is. Het bloedstollende verhaal lijkt een goedkope thriller met Jane Fonda in de hoofdrol, waarbij spionnen, huurmoordenaars, overlopers tot en met het Chinese Kartel aan te pas komen. Ook dit verhaal stopt midden in een spannend moment.

‘De afgrijselijke beproeving van Timothy Cavendish’ brengt ons naar de huidige tijd en naar Engeland. Een uitgever heeft eindelijk het boek van zijn leven op de markt gebracht, het geld stroomt binnen maar niet het geluk, want op een of andere manier komt Cavendish vast te zitten in een bejaardentehuis. Waarna hilarische gebeurtenissen volgen die het best vergeleken kunnen worden met scènes uit de film van Milos Forman One Flew Over the Cuckoo’s Nest.

Dan doen we een grote stap de toekomst in en bevinden we ons in Korea waar ‘Een orison van Onmi-451’ speelt. Het is het verhoor van een fabrikaat serveerster die wist te ontsnappen uit haar werk in een eterie, waarna ze bij de rebellen terecht kwam. Een echt sf-verhaal dat speelt in een staat Nea So Copros dat bestaat uit ‘volbloeden’ en ‘fabrikaten’. Een verhaal Aldous Huxley waardig.

In het midden van het boek vinden we het zesde verhaal. Het enige verhaal dat niet met een cliffhanger eindigt: ‘Sloosha’s crossin’ en alles daarna’. Een verhaal dat lijkt op een Karl May roman over indianen en blanken, maar dat nog verder in de toekomst speelt op Hawaii. Over hoe stammen elkaar bevechten na ‘De Val’ van de beschaving.

Je zou kunnen zeggen dat de cirkel weer rond is. Maar eerst dalen we weer af in de tijd om de eerste vijf verhalen af te maken. Pas op de allerlaatste pagina besluit het dagboek van Arthur Ewing met ” ‘van je laatste ademtocht zul je begrijpen dat je leven alles bijeen niet meer is geweest dan een druppel in een eindeloze oceaan!’ Maar, wat is een oceaan anders dan een massa druppels?”

Deze prachtige zinnen sluiten een verhaal over machtsstrijd en slavernij. Over opkomst en ondergang van de mensheid. Over kolonialisme en over verdrukking van de armen.

Inhoudelijk geeft het verhaal dus al genoeg stof tot nadenken. Maar er is nog meer plezier aan Mitchell’s boek te beleven. Zijn prachtige schrijfstijl, waarvan hij zes verschillende staaltjes weggeeft, maakt het lezen tot een genot. Het middelste verhaal is zelfs in dusdanige taal dat de vertaler Aad van der Mijn er een hele kluif aan zal hebben gehad weer te geven wat Mitchell wilde. Het resultaat mag er zijn: “O, ’t meeste van Pa ze verhale was alleen maar papperige eende scheet…”

Wolkenatlas is een schitterend stuk literatuur. De hemels boven heel wat uiteenlopende vermeende paradijzen worden beschreven. Eilandjes in de Stille Zuidzee, het leven op een kasteel in België bij een beroemd componist, een Amerikaans eiland waar atoomenergie wordt opgewekt, een uitgeverij die een bestseller heeft binnengehaald, het staatje Nea So Copros waar alles geregeld lijkt te zijn en tenslotte een barbaarse wereld waar een lichtpuntje beschaving naar afdaalt.

Niet alleen de ongewone constructie, maar de verhalen en de taal zijn zo onderhoudend dat het een boek is dat je niet mag missen. Een verhaal over de inhalige mens en zijn ondergang.

David Mitchell – Wolkenatlas (Cloud Atlas, vert. Aad van der Mijn) Querido, 2004

Leeslinks
Van dezelfde schrijver:

Utopia Avenue
Doorgang
Tijdmeters
De niet verhoorde gebeden van Jacob de Zoet
Dertien
De geestverwantschap
DroomNummerNegen
Over een toekomstige wereld:
Aldous Huxley – Heerlijke nieuwe wereld
Kolonistenverhalen:
Dan Sleigh – Stemmen uit zee
Miguel Sousa Tavares – Evenaar
Raoul Schrott – Tristan Da Cunha
Verhalen aan elkaar gelinkt:
Jennifer Egon – Bezoek van de knokploeg
Een ander wereldomvattend verhaal:
Thomas Wharton – Salamander
Verhaal met verschillende genres in zich:
Steven Hall – Gehaaid
Nog een roman bestaande uit verschillende verhalen:
Hanya Yanagihara – Naar het paradijs
Daniel Kehlmann – Roem