Bart Koubaa – Een goede vriend

Een schitterend requiem

Een vertaler reist naar Portugal om de dood van een vriend te verwerken.

De twee boeken die ik van Koubaa las, Lucht en Het gebied van Nevski waren een feest om te lezen, dankzij de heerlijk prozaïsche stijl en zijn originele benadering van de onderwerpen. Ook Een goede vriend excelleert weer in taalspel en originaliteit. Hoeveel manieren zijn er om afscheid van iemand te nemen? Dit verhaal vertelt over een vertaler die op reis naar Portugal gaat met een zelfportret van zijn goede vriend, een fotograaf, die er niet meer is. Te pas en te onpas wordt de fotolijst tevoorschijn gehaald om zo de vriend in Portugal te fotograferen.

In het begin van het boek denk je dat dit het hele liedje is: de vertaler komt in Lissabon aan en doet nauwkeurig verslag van zijn omzwervingen door de stad en het fotograferen van het portret. Bovendien leek hij een missie te hebben: een vliegende vis zoeken, die zijn vriend ooit in de wolken had gezien. De vis is per toeval snel gevonden en dan vraag je je af waar het verhaal heen gaat.

Wel, de vertaler, die tijdens zijn reis een nieuwe vertaling van Ali Baba en de veertig rovers moet afmaken, wordt min of meer gedwongen zijn intrek te nemen in een slonzige flat in een appartementengebouw aan zee, in de kustplaats Sesimbra. En hier breekt het Koubiaanse vuurwerk los, want ook hier houdt de vertaler ons nauwkeurig op de hoogte hoe zijn alledaagse leven verloopt: boodschappenlijstjes, slenteren door het stadje, vis kopen op de markt, koffie drinken en pasteitjes eten, vis bereiden, de eigenaar optrommelen voor wat reparaties en ’s nachts baantjes trekken in zee. Uiteraard worden er regelmatig kiekjes gemaakt van het fotolijstje met op de achtergrond alles waarin de vertaler een herinnering meent te herkennen aan het leven met zijn goede vriend.

Het is niet zo dat de vertaler een dagelijks ritme krijgt, maar wel de beschrijvingen van zijn omgeving: de zee, de kleur telkens anders beschreven, het oorlogsfregat F471 dat er wel of niet ligt, het levende Charlie Chaplin-beeld in Lissabon gespot, telkens terugkerend als beeldspraak, zilvermeeuwen die vergaderen, geeuwen of schaterlachend door de hemel vliegen, de theepot met kapotte tuit die altijd op een andere plek staat, gegrilde sardientjes en een keur aan andere vissen, de kaneel op zijn pasteitjes, en ga zo maar door. Door de herhalingen raken we net zo vertrouwd met zijn woonomgeving als de verteller zelf: de weg naar zijn appartement die hij de kajuit noemt, het café muziekvereniging, het tafeltje met vissers die hun netten repareren, de boulevard en de trappen naar het strand, de zwarte man in djelleba met houten giraffes en Afrikaanse sieraden, de vismarkt en nog veel meer. Hoe vaak ook gerepeteerd, de beeldtaal wordt steeds onderhoudender en gaat bizarre trekjes vertonen.

De vertaler worstelt met de herinneringen aan zijn goede vriend en zijn vertaling van het verhaal over Ali Baba levert ook een onderhoudende keur aan filosofische gedachten op. Terwijl de vertaler zich nestelt in dit werk-vakantieleven in Sesimbra, wordt het woordspel ongemerkt steeds groter, wat het plezier in het lezen alleen maar doet toenemen, ook al gebeuren er in het verhaal geen opzienbarende dingen. Zelfs de verdwijning van zijn nieuwe vriend Vrijdag, of het samenzijn met de moeder van de eigenaar van het appartement in Lissabon, doet geen grote wolken stof opwaaien. De broze lijn van verdriet om het wegvallen van zijn goede vriend komt hierdoor wel steeds beter tot uiting. Het duurt een kostelijk boekje tot de rouwverwerking is gedaan.

Het boek eindigt met de les die de goede vriend, een fotograaf, altijd al aan de vertaler wilde leren: je ziet wat je ziet. Hoe de vertaler ook zijn best doet om de dagelijkse dingen een grotere mening te geven, de tulbandrots, geeuwende meeuwen, de grot van Vrijdag; het is allemaal wat je ziet: een rots, grot, schreeuwende meeuwen en niet meer of minder. Dat is de les die de vertaler heeft gekregen: de sterren zijn de sterren, het bootje schommelt op de golven; het leven is niet meer of minder dan het leven zelf. Weliswaar geen grote moraal, maar we hebben gelezen wat we hebben gelezen: een prachtige roman van Bart Koubaa, die betovert met zijn woordspel.

Bart Koubaa – Een goede vriend, Querido 2016

Leeslinks

Van dezelfde schrijver:

Het leven en de dood van Jacob Querido

Ninja Nero
Lucht
Het gebied van Nevski

Rouwverwerking:

Alison Smith – Noem alle dieren
Peter Verhelst – Voor het vergeten